Kifid houdt onverstoorbaar vast aan eigen oordeel bij klachten tegen Yarden

Solvabiliteit Yarden opnieuw gekelderd

Midden in het tumult rond het voortbestaan van uitvaartverzekeraar Yarden komt klachteninstituut Kifid met een nieuwe uitspraak over wijziging van de pakketpolissen in sommenpolissen. Het Kifid oordeelt opnieuw dat Yarden de voorwaarden mocht wijzigen. De penibele financiële situatie van de verzekeraar rechtvaardigde het gebruik van de en-bloc-bepaling. Bovendien is niet gebleken dat er polisvoorwaarden zijn gewijzigd bij de overgang van de rechtsvoorganger van Yarden naar de huidige rechtspersoon.

Het uitvaartdienstenpakket van de klager in deze zaak was vóór 1993 ondergebracht bij de Vereniging voor Crematie AVVL. De statuten van de AVVL kenden een soortgelijke en-bloc-bepaling. De Geschillencommissie concludeert dat niet is gebleken dat de omzetting in 1993 van het lidmaatschap van AVVL naar een verzekering van AVVL Uitvaartzorg N.V. invloed heeft gehad op het rechtenpakket van de polishouder.

Uitspraak kantonrechter
In de behandeling en beoordeling van deze klachtzaak heeft de Geschillencommissie nadrukkelijk geen rekening gehouden met de recente uitspraak van de kantonrechter over soortgelijke klachten van 19 andere polishouders. De rechter verklaarde vorige maand het gebruik van de en-bloc-bepaling nietig en was bijzonder kritisch over het gevoerde beleid van Yarden in de afgelopen jaren. Het wachten is nu op de uitspraak in een bodemprocedure, de directie van Yarden heeft inmiddels hoger beroep aangetekend. Het Kifid noemt de rechterlijke uitspraak om die reden “niet meer dan een voorlopige voorziening en geen inhoudelijk oordeel”.

De onderhavige – niet bindende – uitspraak GC 2020-806 van het Kifid ligt dus in lijn met twee eerder gedane uitspraken in klachten over Yarden: de versobering van de natura-uitvaartverzekering was nodig om een “nadeliger scenario” voor de verzekeringnemers te voorkomen; een redenering die – gezien de acute onzekerheid over het voortbestaan van Yarden nu overnamepartner DELA zich heeft teruggetrokken – inmiddels wat wereldvreemd overkomt.

Zo’n 120 consumenten hebben zich beklaagd bij het Kifid over omzetting van hun natura-uitvaartverzekering – die recht geeft op een bepaald aantal vooraf overeengekomen producten en diensten – in een zogenoemde ‘sommenverzekering’ – die na overlijden een vast bedrag uitkeert. De verzekeraar heeft dit bij zo’n 390.000 verzekerden gedaan. Kostenstijgingen van de producten en diensten voor een uitvaart komen vanaf 1 januari 2020 voor rekening van de verzekeringnemer.

‘Geen invloed op rechtenpakket’
De klager in het onderhavige geval protesteerde ook tegen de en-bloc-bepaling, die hij onduidelijk en onredelijk bezwarend vindt. Ook stelt hij dat de verzekeraar hem in 1993 niet correct heeft geïnformeerd over de gevolgen van het overbrengen van de natura-uitvaartvoorziening van de Vereniging voor Crematie AVVL in AVVL Uitvaarzorg N.V.

Volgens het Kifid hoefde de verzekeraar in 1993 geen nadere toelichting te geven op de voorwaarden van de natura-uitvaartverzekering. “Het is niet gebleken dat het overbrengen van de natura-uitvaartvoorziening van de Vereniging voor Crematie AVVL in AVVL Uitvaartzorg N.V. invloed heeft gehad op het rechtenpakket van de verzekerde. Ook bij de Vereniging kon het verzekerde pakket tot een bepaald bedrag worden gewijzigd.”

De Geschillencommissie heeft dan ook “geen reden om iets anders aan te nemen dan dat de algemene ledenvergadering van de Vereniging AVVL in 1993 heeft ingestemd met de omzetting van het lidmaatschap van de AVVL naar een verzekering van AVVL Uitvaartzorg N.V..” De commissie voert nog aan dat de consument 27 jaar geleden nooit heeft geprotesteerd tegen de toepassing van de verzekeringsvoorwaarden. “In 1993 is een verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen, waarbij de consument de voorwaarden stilzwijgend heeft geaccepteerd.”

Het Kifid zal met de overige klagers, van wie de zaak tot nu toe was aangehouden, contact opnemen over hoe het nu verder gaat met hun klacht. Bij de beoordeling zal de Geschillencommissie vasthouden aan de lijn zoals uiteengezet in de drie tot nog toe gepubliceerde uitspraken. De klagers zelf zullen waarschijnlijk niet zitten te wachten op een telefoontje van het Kifid, maar eerder reikhalzend uitzien naar de uitspraak in de nog te voeren bodemprocedure.

GEEN REACTIES