Flinke stijging aantal woningen ‘in de pijplijn’

CBS

Aan het eind van 2023 waren ruim 177.000 woningen ‘in de pijplijn’ om gebouwd te worden. Voor woningen ‘in de pijplijn’ geldt dat een vergunning is verleend om te gaan bouwen of dat de bouw van een woning al bezig is, maar dat de woning nog niet is opgeleverd. Dit blijkt uit de nieuwe cijfers over de dynamiek van de woningbouw van het Centraal Bureau voor de Statitiek (CBS).

De onderzoekers spreken van een stijging van 48 procent ten opzichte van het einde van 2015. Destijds waren er ongeveer 114.000 woningen in de zogeheten pijplijn. De toename van het aantal woningen in de pijplijn vond vooral plaats in 2017, 2018 en 2021, zo vervolgen de onderzoekers. In 2017 en 2021 waren er meer verleende vergunningen dan een jaar eerder. De vergunningen hoeven niet in het betreffende jaar uitgegeven te zijn. Het betreft ook vergunningen voor woningen afgegeven in eerdere jaren waarvan de bouw nog niet gestart is. In 2018 zaten er meer woningen in de pijplijn doordat er in verhouding meer woningen in aanbouw waren dan in het jaar daarvoor. Zodra een woning is opgeleverd of als wordt afgezien van de bouw van een woning verdwijnt deze uit de pijplijn.

De toename van het aantal woningen in de pijplijn wordt niet veroorzaakt doordat bouwprojecten steeds langer stilliggen, zo benadrukken de onderzoekers. Dit komt doordat er steeds meer woningen daadwerkelijk worden bijgebouwd. Het aandeel woningen dat nul tot twee jaar in de pijplijn zit is de afgelopen acht jaren vrijwel ongewijzigd gebleven. Eind 2023 had bijna 74 procent van de woningen in de pijplijn een looptijd van nul tot twee jaar, tegen 72 procent in 2015.

Tot slot laten de onderzoekers weten dat Amsterdam met bijna 22.000 woningen verreweg de meeste woningen in de pijplijn heeft van alle gemeenten in Nederland. Daarna volgen Den Haag (10.000) en Rotterdam en Utrecht (beide 9.000).

Bron: CBS

GEEN REACTIES