Verzekeraars: kapitaalbuffers niet verder omhoog

Verbond hamert op proportionaliteit bij herziening Solvency II

Nederlandse verzekeraars vinden het niet nodig de Europese kapitaaleisen zo aan te passen dat zij nog hogere kapitaalbuffers moeten aanhouden voor onvoorziene risico’s en omstandigheden. Dat zegt algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars. “Hogere kapitaalbuffers leiden uiteindelijk tot hogere premies voor de klant.”

Het Verbond reageert hiermee op de openbare consultatie van de Europese Commissie over het toezichtkader Solvency II. Dit werd in 2016 ingevoerd en wordt nu geëvalueerd.

Dit toezichtkader zorgde er al voor dat verzekeraars de afgelopen jaren hun reserves flink moesten opschroeven. “Verzekeraars beschikken over voldoende kapitaal om aan hun verplichtingen richting de klant te voldoen. Het Verbond ziet daarom geen reden om de kapitaaleisen verder te verhogen”, benadrukt Weurding.

Langetermijnproducten 
Wel pleit het Verbond ervoor de regels zo aan te passen, dat deze beter rekening houden met het daadwerkelijke risico van langetermijn spaar- en pensioenproducten. Weurding doelt ook op levensverzekeringen waarvan Nederland er veel heeft, zeker in vergelijking met de ons omringende landen. “Levensverzekeraars houden het ingelegde vermogen via de betaalde premies immers voor een lange periode bij zich. Daardoor lopen zij dus minder kortetermijnrisico. De huidige Solvency-regels houden hier onvoldoende rekening mee,” aldus Weurding.

Ondernemingspecifieke Volatility Adjustment (VA)
Het Verbond pleit onder andere voor de introductie van een zogeheten ondernemingsspecifieke Volatility Adjustment (VA). De VA maakt al onderdeel uit van het toezicht. Deze dempt schommelingen in de waarde van beleggingen op de financiële markten. De huidige VA is echter gebaseerd op het gemiddelde van de beleggingsportefeuilles van alle Europese verzekeraars. Nederlandse (en Belgische) verzekeraars beleggen relatief veel in hypotheken, vanwege de looptijd en de risico-rendement-verhouding in vergelijking met bijvoorbeeld staatsobligaties. Dit leidt tot meer concurrentie op de hypotheekmarkt waar de consument profijt van heeft. Weurding: “Geef verzekeraars de mogelijkheid de VA af te stemmen op hun individuele beleggingsportefeuille. Hierdoor kan de VA veel beter inspelen op de langetermijnactiviteiten van verzekeraars en schommelt het vereiste kapitaal minder.”

“Bovendien zijn Nederlandse verzekeraars daardoor in staat te concurreren op de kwaliteit van hun beleggingsbeleid voor langetermijnspaar- en pensioenproducten. Producten die essentieel zijn voor het welzijn van Europese burgers, vooral in het licht van de vergrijzing en de onder druk staande nationale begrotingen.

“Daarnaast leidt de voorgestelde aanpassing in de VA tot een win-win-situatie. Het aanhouden van minder bufferkapitaal biedt verzekeraars meer mogelijkheden om te investeren in de nationale en Europese economie, in het herstel na COVID-19 en om de overgang naar een duurzame economie te ondersteunen met duurzame beleggingen.”

Verlaging risicomarge
Verzekeraars moeten voor de huidige en toekomstige verplichtingen richting klanten zogeheten technische voorzieningen aanhouden. Bovenop deze verplichtingen wordt een risicomarge gezet om de portefeuille in onverwachte omstandigheden te kunnen overdragen aan een andere verzekeraar, met al het in de toekomst vereiste kapitaal. Het Verbond pleit voor een verlaging van het vastgestelde tarief van zes naar drie procent omdat de huidige risicomarge geen rekening houdt met de lage rente waardoor verzekeraars tegen veel lagere kosten kapitaal kunnen lenen. Vooral levensverzekeraars, uitvaartverzekeraars en arbeidsongeschiktheidsverzekeraars, die (zeer) langlopende verplichtingen hebben, worden nu hard door dit probleem geraakt.

Rapportage-eisen
Met grote regelmaat hoort het Verbond verzekeraars zuchten onder de enorme regeldruk en kosten van Solvency II. Daarom stelt het Verbond onder meer voor het openbare rapport over de solvabiliteit (kan een verzekeraar aan zijn verplichtingen voldoen?) en de financiële positie (Solvency and Financial Position Report, SFCR) te splitsen in twee openbare documenten. Een kort, beschrijvend document (maximaal 2 pagina’s) voor de klant en een ander document met veel meer technische informatie voor professionals. Zo wordt deze informatie toegankelijker voor de klant. Verzekeraars die überhaupt geen eigen aandelen of obligaties uitgeven of herverzekeringen inkopen, hoeven wat het Verbond betreft geen SFCR op te stellen.

Vangnet voor klanten
Nederland kent een wettelijk herstel- en afwikkelingskader (recovery & resolution – R&R), mocht een verzekeraar failliet gaan. De EC kijkt of het nodig is om voor ieder land een Insurance Guarantee Scheme (IGS) op te richten om gedupeerde klanten te compenseren bij faillissement van een verzekeraar. Dit is kostbaar en biedt Nederlandse klanten slechts beperkt extra bescherming, aldus het Verbond. “Kijk daarom eerst hoe R&R-kaders zich ontwikkelen in lidstaten zonder een dergelijk IGS kader.”

Bron: Verbond van Verzekeraars

GEEN REACTIES