Minister Koolmees van SZW is niet voornemens om te tornen aan de afspraken in het Pensioenakkoord over de verzekerde pensioenregelingen.
Dat zei hij gisteravond in het debat in de Tweede Kamer over het akkoord dat recentelijk is gesloten tussen kabinet en sociale partners. Voor verzekerde pensioenregelingen is in dit akkoord afgesproken dat de overgang naar een nieuwe premiesystematiek (van een oplopende naar een vlakke premie) met twee regelingen gewerkt gaat worden.
Werknemers die al in een bestaande regeling (met oplopende premie) zitten, kunnen in deze regeling blijven terwijl nieuwe werknemers vanaf 2025 gaan meedoen in een nieuwe regeling met een vlakke premie. Op deze oplossing kwam veel kritiek, onder meer van vakbond VCP, het Verbond van Verzekeraars en de Orde van Pensioendeskundigen. Zij vrezen dat werkgevers vanwege de hoge kosten van een dubbele regeling mogelijk gaan stoppen met de pensioenopbouw voor hun werknemers. Bovendien zou deze oplossing een negatief effect hebben op de arbeidsmarktmobiliteit.
Maar volgens Koolmees valt dat laatste wel mee. Hij stelt dat wanneer mensen overstappen naar een andere baan, zij maar weinig letten op de verschillen in de pensioenregeling. Bovendien kunnen zij in de onderhandelingen over secundaire arbeidsvoorwaarden bij een nieuwe baan aandacht vragen voor de pensioenkwestie, aldus de minister. Ook wees Koolmees op de grote verscheidenheid in verzekerde regelingen, waardoor het volgens hem ook mogelijk is dat een werknemer er juist op vooruit zou kunnen gaan wanneer hij overstapt naar een andere baan (en pensioenregeling). Daarnaast zou voorlichting kunnen helpen om werknemers meer bewust te maken van het feit dat bij een overstap er gevolgen voor het pensioen kunnen zijn.
Desalniettemin noemde Koolmees gisteravond de gekozen transitieroute voor verzekerde regelingen ‘niet ideaal’ en ‘de minst slechte’ van de alternatieven die voorlagen. Een voorstel van vakbond VCP, om de transitie te organiseren met een compensatiefonds dat gevuld zou moeten worden met een opslag op de premie, verwees hij naar de prullenbak met het argument dat dit te complex is.
Verschillende Tweede Kamerleden, onder meer Pieter Omtzigt (CDA) en Gijs van Dijk (PvdA), toonden zich in het debat kritisch en bezorgd over de gevolgen van de dubbele DC-regeling. Maar nergens in het debat bleek dat zij hiervan een halszaak willen maken. Wel stemde minister Koolmees in met een verzoek van Omtzigt om, voorafgaand aan de daadwerkelijke wettelijke behandeling van de nieuwe pensioenafspraken, de gevolgen voor de arbeidsmarktmobiliteit in kaart te brengen.
