Het belang van een tussenrekening bij lijfrentereservering

Belastingplichtige loopt toekomstige aftrek mis: hij stortte een eenmalig bedrag op een geblokkeerde bankrekening en niet, zoals hij dacht, op een tussenrekening.

Belanghebbende heeft een lijfrentespaarrekening geopend als bedoeld in artikel 3.126a Wet IB 2001. Op 29 december 2008 heeft hij op basis van de toen gemaakte afspraken € 30.000 gestort op de rekening “SNS lijfrente sparen”. Op 2 januari 2009 is voormeld bedrag in bedragen van ieder € 10.000 gestort op drie verschillende Lijfrentedeposito rekeningen, alle met verschillende looptijden en rentetarieven.

In de belastingaangifte heeft belanghebbende een bedrag van € 30.000 als aftrekbare lijfrentepremie in aanmerking genomen. Bij de voorlopige aanslag IB 2008 van 30 mei 2009 heeft belanghebbende conform zijn aangifte IB een teruggaaf ontvangen van € 15.102, waarbij € 645 aan heffingsrente is vergoed.

De inspecteur heeft bij de definitieve aanslag IB 2008 slechts een bedrag van € 7.187 als aftrekbare lijfrente premie in aanmerking genomen, wat resulteerde in een te betalen belastingbedrag van € 11.862 en een te betalen bedrag aan heffingsrente van € 1.190.

Belastingplichtige dient een bezwaarschrift in en verzoekt alsnog een deel van de reeds betaalde premie ad € 30.000 in aanmerking te willen nemen. Later is dit bedrag becijferd op € 15.974 (€ 9.271 aan jaarruimte en € 6.703 aan reserveringsruimte).

De inspecteurwijst het bezwaar af en heeft de aanslag IB 2009 gehandhaafd, omdat de lijfrente premie reeds in 2008 is betaald, zodat deze premie voor het jaar 2009 niet meer in aanmerking kan worden genomen.

De rechtbank Breda oordeelt dat uit de productvoorwaarden van de bank blijkt dat het inderdaad gaat om een geblokkeerde rekening in de zin van art. 3.126a Wet IB 2001 en niet om een tussenrekening.

“Weliswaar had belanghebbende in zijn beleving een tussenrekening geopend, van waaruit de premies zouden worden gestort op de verschillende lijfrente deposito rekeningen, doch dit volgt niet uit de door belanghebbende overlegde stukken. Nu de storting op de geblokkeerde rekening heeft plaatsgevonden in 2008 en is gegrond op een in 2008 gesloten overeenkomst is voor aftrek in 2009 geen plaats”

Het volledige vonnis

GEEN REACTIES