Omzetting levensloop in lijfrente: geen extra faciliteiten

Weekers gaat niet in op de suggestie van de Eerste Kamer om de levensloopregeling onbeperkt te kunnen inzetten in een lijfrente.

Hij schrijft in een brief aan de senaat dat hij dat om twee redenen ongewenst vindt. De eerste reden is van beleidmatige aard. Geruisloze onbeperkte omzetting, ook buiten de in de derde pijler beschikbare ruimte, zou in strijd zijn met het kabinetsbeleid om mensen langer te laten werken “waardoor fiscale facilitering van oudedagsvoorzieningen ingeperkt kan worden. Een verruiming van de bestaande fiscale facilitering voor oudedagsvoorzieningen zou daarmee in strijd zijn.”

Waarmee Weekers naadloos kan overgaan naar het tweede, budgettaire, argument. Een verruiming van de omkeerregeling leidt immers tot minder inkomsten voor de schatkist. In elk geval op korte termijn.

Ook ziet de staatssecretaris bezwaren in geruisloze omzetting van de bruto aanspraak ingevolge de levensloopregeling in een lijfrente binnen de fiscale ruimte. Dat leidt tot extra lasten voor de werkgever, omdat die eerst informatie moet inwinnen bij de werknemer om te kunnen bepalen welk deel van de aanwezige tegoeden levensloop geruisloos omgezet zou kunnen worden in een derde pijler product. Het resterende saldo zou vervolgens na inhouding van loonbelasting uitgekeerd worden aan de werknemer. Daarnaast zal de werkgever aan de Belastingdienst moeten renseigneren dat levenslooptegoed geruisloos is omgezet in een lijfrente, om te voorkomen dat in hetzelfde jaar de aftrekruimte in de derde pijler alsnog wordt benut zonder dat rekening wordt gehouden met deze omzetting.”

Een dergelijke nieuwe complexe mogelijkheid ontraadt Weekers ook omdat hetzelfde resultaat onder de bestaande wetgeving ook bereikt kan worden “als het levenslooptegoed eerst wordt opgenomen en vervolgens gebruikt wordt ter financiering van een pensioenproduct in de derde pijler. Er wordt weliswaar eerst belasting betaald over het opgenomen levenslooptegoed, maar de uit het netto levenslooptegoed betaalde lijfrentepremie is vervolgens, binnen de in de derde pijler beschikbare ruimte aftrekbaar.”

GEEN REACTIES