Staatssecretaris Dijksma continueert de subsidie op de premie van de private brede weersverzekering.
Dat meldt zij in een brief over de Implementatie Gemeenschappelijk Landbouwbeleid aan de Tweede Kamer (zie pag. 12). De Tweede Kamer moet hiermee nog akkoord gaan.
Zij schrijft:
“Weersextremen kunnen zeer ingrijpende inkomensgevolgen hebben voor agrarische ondernemers. Binnen POP3 ga ik het ondersteunen van een brede weersverzekering continueren, zoals nu vormgegeven binnen artikel 68 in de eerste pijler van het GLB. De agrarische ondernemer neemt zelf verantwoordelijkheid door al dan niet te kiezen voor een brede weersverzekering.
Het betreft een privaat verzekeringsinstrument dat wordt ondersteund door een subsidiepercentage op de verzekeringspremie. Het doel van deze steun is om uiteindelijk te komen tot een instrument dat in de markt functioneert. Ik wil hierbij gebruik maken van ongeveer €2 miljoen aan EU-cofinanciering in POP3 aangevuld met €7 miljoen rijksmiddelen.”
Verbond
Het Verbond van Verzekeraars stelt in een commentaar dat hiermee “een belangrijke eerste stap is gezet voor het behoud van de subsidieregeling voor de brede weersverzekering. Doel is uiteindelijk te komen tot een instrument dat in de markt functioneert en boeren helpt zich financieel te beschermen tegen extreme weersomstandigheden. De agrarisch ondernemer neemt zelf verantwoordelijkheid door al dan niet te kiezen voor een brede weersverzekering.”
Het Verbond pleitte in de voorbije maanden voor behoud van deze regeling en is dus verheugd met deze steun van het ministerie. Uiteindelijk moet een brede weersverzekering ook zonder subsidie kunnen bestaan, vindt ook het Verbond. Maar op dit moment is deze markt nog in ontwikkeling. “Tot enkele jaren terug sprong de overheid incidenteel bij, bijvoorbeeld na extreme neerslag of onverwachte vorst. De agrarische sector leert nu zelf dit risico te dragen. Verzekeringen kunnen een onderdeel zijn van dat risicomanagement. Het zou zonde zijn geweest, om in deze fase van die leercurve de subsidieregeling al te staken.”
