VFBO: ondernemer heeft meer aan pensioenadvies dan aan experimenteerbepaling

VFBO: ondernemer heeft meer aan pensioenadvies dan aan experimenteerbepaling
© Gerd Altmann, Pixabay

Het Verbond Financiële Beroeps Organisaties (VFBO) ziet niets in de zogeheten experimenteerbepaling. Volgens deze regeling krijgen ondernemers straks de ruimte om zich vrijwillig aan te sluiten bij een pensioenregeling in de tweede pijler. Maar de VFBO vindt de bestaande mogelijkheden voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening voldoende; áls ondernemers daarover maar goed worden geadviseerd.

Het wetsvoorstel Wet Toekomst Pensioenen (WTP) biedt pensioenfondsen mogelijkheden om door middel van een experiment zelfstandigen te laten deelnemen aan de bestaande pensioenregeling. De achterliggende motivatie is dat zelfstandigen zo kunnen profiteren van het collectieve karakter van de tweede pijler en de voordelen die daarmee samenhangen, zoals het meeverzekeren van risico’s als arbeidsongeschiktheid en overlijden.

Risico van inkomensterugval

Naast een eventuele verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds of een beroepspensioenregeling bepaalt het merendeel van de zelfstandigen zelf of zij, naast de AOW, straks nog een aanvullende oudedagsvoorziening wensen. Uit onderzoek blijkt dat zelfstandigen nu nauwelijks zelf iets regelen voor de oude dag, met het risico van een grote inkomensterugval na pensionering. Het kabinet vindt dit een zorgelijke ontwikkeling.

De overheid zet daarom experimenten in die zelfstandigen moeten motiveren om vrijwillig te gaan deelnemen aan een pensioenregeling. De experimenteerbepaling gaat per 1 januari in. Maar of de bereidheid hiervoor groot is, is zeer de vraag, zegt de VFBO.

“Gaat een zelfstandige vrijwillig meedoen aan een collectieve tweedepijlerpensioen, waar deze verplicht wordt tot volledige premiebetaling; moet kiezen voor een levenslange uitkering; geen flexibiliteit heeft van opname; en het geld bij overlijden kwijt kan zijn?”, zegt de club in een persbericht.

Genoeg instrumenten

Volgens het VFBO zijn er op dit moment al genoeg instrumenten waar zelfstandigen gebruik van kunnen maken:

  • Bedragen storten in een (bancaire) lijfrente. Volgens verwachting bedraagt de lijfrentepremie straks 30% van de premiegrondslag. Ook kan deze straks tot 10 jaar terug worden gebruikt voor een verhoogd maximumbedrag (reserveringsruimte);
  • Stakingswinst van de onderneming omzetten in een lijfrentevoorziening;
  • Overige assets zoals de eventuele overwaarde op een eigen woning of het gespaarde/belegde vermogen in box 3;
  • Van nu nog de reguliere dotatie aan de oudedagsreserve en vervolgens afstorting in een (bancaire) lijfrente voor meer zekerheid. (In de Voorjaarsnota 2022 wordt wel voorgesteld de mogelijkheid om nog te doteren vanaf 2023 af te schaffen.)

Gezien het hoge aantal zelfstandigen is het volgens het VFBO wel zaak om ondernemers meer te laten beseffen dat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen oude dag. Een verplichting voor een eigen ‘potje’ kan een goede mogelijkheid zijn.

Maar vooral een passend advies is essentieel, aldus de VFBO: advies dat de eisen en wensen van de ondernemer naar voren brengt en deze afstemt met de mogelijkheden van inkomen op de oude dag.

GEEN REACTIES