‘Stratenmaker mag ruim anderhalf jaar eerder met pensioen’

‘Stratenmaker mag ruim anderhalf jaar eerder met pensioen'
© Pixabay

Nederlanders staan positief tegenover een vervroegde pensioenleeftijd voor mensen met zware beroepen. Als deze inschatting leidend zou zijn, dan zouden mensen met fysiek zware beroepen als stratenmaker, stukadoor of brandweerman/vrouw 1,2 tot 1,6 jaar eerder AOW ontvangen. Ook chronische gezondheidsklachten zijn een reden om iemand eerder te laten uittreden. Mensen met beroepen waarvoor denkwerk vereist is, zoals rechters en architecten, zouden juist enkele maanden later van hun oudedag mogen gaan genieten. Dat blijkt uit onderzoek van Netspar.

Geen eenvoudige opgave
Het nieuwe Pensioenakkoord heeft de discussie rond zware beroepen nieuw leven ingeblazen. Het akkoord biedt mogelijkheden om afspraken te maken over lagere pensioenleeftijden voor mensen in zware beroepen. Werkgevers en werknemers krijgen de komende vijf jaar gelegenheid om afspraken te maken over vervroegd pensioen. Zo mogen werkgevers bij vervroegd pensioen maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd een uitkering aanbieden. En voor uitkeringen tot ongeveer 19.000 euro per jaar hoeft geen heffing in het kader van de Regeling Vervroegde Uittreding te worden betaald. Werkgever en werknemers moeten echter wel samen bepalen welke beroepen als ‘zware beroepen’ gelden. En dat is geen eenvoudige opgave. De overheid zelf is hier ook nog niet uit.

29 beroepen
Netspar legde aan ruim 10.000 Nederlanders een lijst van 29 beroepen voor en berekende op basis van hun antwoorden de redelijk geachte pensioenleeftijd. Uit de antwoorden blijkt een ruime voorkeur (60-80%) van de respondenten voor lagere pensioenleeftijden voor fysiek zware beroepen. Voor een aantal ‘lichte’ beroepen, beroepen waar denkwerk – en veelal ook stress – aan te pas komt, zou juist een beperkt hogere AOW-leeftijd moeten gelden (van een half jaar).

Mantelzorg
Ook andere factoren dragen bij aan een lagere pensioenleeftijd, vinden de respondenten. De belangrijkste zijn chronische gezondheidsklachten. Wie last heeft van chronische gewrichtsklachten (zoals reuma of artritis) mag gemiddeld ruim een jaar eerder met pensioen. Wanneer het uitoefenen van een zwaar beroep samengaat met slijtage van gewrichten mag men in totaal ruim twee jaar eerder met pensioen. Hetzelfde geldt grosso modo voor chronische hart- en vaatziekten. Een lagere AOW-leeftijd wordt ook redelijk geacht voor werknemers met chronische psychische klachten of diabetes, al is het effect hier kleiner. Het geven van mantelzorg aan zieke ouders of partner wordt eveneens als een belastende factor gezien; deze werknemers mogen ongeveer elf maanden eerder met pensioen.

Bron: Netspar

GEEN REACTIES