Spaargeld minder maar beleggingen zwaarder belast in 2019

© pixabay

De Box-3 belasting over spaargeld komt volgend jaar naar verwachting lager uit, stelt Aegon Adfis in haar tweewekelijkse nieuwsbrief.

Belangrijkste reden hiervoor is dat het door de fiscus veronderstelde rendement voor het spaardeel van het vermogen is verlaagd. In 2018 bedraagt dit rendement nog 0,38%, voor komend jaar wordt een spaarrendement van 0,13% verwacht. Daar staat tegenover dat het veronderstelde rendement op beleggingen wel omhoog gaat: van 5,38% naar 5,6%.

Per saldo komt daardoor de vermogensrendementsheffing voor de eerste vermogensschijf iets lager uit: 0,581% versus 0,605% in 2018. Deze eerste schijf loopt van nul euro tot €71.650 (in 2018 was dit nog €70.800), waarbij de fiscus ervan uitgaat dat in deze schijf twee derde wordt gespaard en een derde wordt belegd. Het heffingsvrije vermogen wordt vanwege indexatie met €360 verhoogd naar €30.360.

De tweede vermogensschijf loopt vanaf 2019 van €71.650 tot €989.736 (was €978.000). Valt een belastingplichtige in deze schijf dan veronderstelt de fiscus dat er 21% wordt gespaard en 79% wordt belegd. Vanwege het (door de fiscus) hogere verwachte rendement op beleggingen komt de vermogensrendementsheffing in 2019 hoger uit: 1,335% versus 1,298% in 2018. De heffing in de derde schijf (alles boven €989.736) stijgt van 1,614% naar 1,68%. De heffing neemt in deze schijf het meest toe omdat wordt verondersteld dat 100% wordt belegd.

GEEN REACTIES