Ombudsman legt op onverklaarbaar moment hoofd in de schoot

Op het moment dat de Geschillencommissie uitspraken publiceert over de zorgplicht van aanbieders en adviseurs zegt de Ombudsman niet te kunnen bemiddelen bij “woekerpolisclaims”

In een brief aan klagers geeft Ombudsman Nol Monster aan dat hij geen kans ziet in de bemiddelende sfeer een verdergaand resultaat te behalen in de ‘woekerpolisaffaire’ dan de bestaande compensatieregeling.

Zoals bekend is de compensatieregeling tot stand gekomen na een uitspraak van de vorige Ombudsman, die bekend is geworden als de Wabeke-norm. Die norm heeft uitsluitend betrekking op het kostenaspect en geeft een maximum aan van kosten die verzekeraars voor de diverse polisvarianten in rekening hadden mogen brengen. De compensatie betreft het meerdere dat aanbieders aan kosten hebben ingehouden.

Bij de ingediende klachten spelen ook andere factoren een rol. De Ombudsman geeft zelf in zijn brief aan dat de klachten als volgt zijn samen te vatten:

  • de door de verzekeraar in rekening gebrachte kosten zijn niet vooraf bepaald, van welke onbepaaldheid de verzekeraar misbruik heeft gemaakt door te hoge bedragen aan kosten in mindering te brengen op het te beleggen bedrag;
  • de premie voor de dekking van het overlijdensrisico is te hoog, doordat enerzijds het risicokapitaal als gevolg van de tegenvallende beleggingsresultaten steeds verder is gestegen (hefboomeffect) en anderzijds de premie jaarlijks toeneemt in verband met de hogere leeftijd van de verzekerde;
  • de voorlichting over de overeenkomst is misleidend en in ieder geval onvoldoende, met name omtrent de kosten en de kans op tegenvallende rendementen bij dalende beurskoersen, zodat de verzekeraar en/of adviseur is tekortgeschoten in de door hem te betrachten zorgvuldigheid jegens de consument. Bij juiste voorlichting, zo stelt menigeen, zou de overeenkomst niet zijn aangegaan.

Allemaal omstandigheden waarover Wabeke geen uitspraken heeft gedaan die in een akkoord zijn vastgelegd. Alle mogelijkheden dus voor Monster zou je zeggen om zich uit te spreken over deze (veelal zorgplicht-)onderwerpen. De Ombudsman denkt daar anders over. Zijn argumenten:

  • Minister De Jager heeft aangegeven zich bezig te houden met het flankerend beleid en de compensatieregeling ongemoeid te laten;
  • De Ombudsman trekt hieruit de conclusie dat “de verzekeraar niet verder zal willen gaan dan hetgeen hij met de consumentenorganisaties is overeengekomen”;
  • De Ombudsman vindt “de woekerpolisaffaire een duidelijk voorbeeld van massaschade en massaschade leent zich bij uitstek voor collectieve afwikkeling”.

Om met dat laatste te beginnen: als de Ombudsman daar gelijk in heeft, dan kan hij de oplossing kiezen van zijn voorganger: één individuele zaak behandelen en verzekeraars zich te conformeren aan de uitspraak in die zaak.

De vraag is echter of van een massaclaim gesproken kan worden. Juist wanneer het gaat om het nakomen van zorgplicht kunnen veel individuele zaken van elkaar verschillen.

Hoe dan ook, haakt de Ombudsman af op een moment dat hij van verschillende kanten de nodige munitie kreeg toegespeeld. Er ligt een vonnis over het zogenaamde hefboomeffect (de Falcon-zaak) en ook over de voorlichting over en de scheiding van kosten en orv-premie (AEGON). Daarnaast heeft de Geschillencommissie van Kifid op de dag dat de Ombudsman met zijn afwijzende brief naar buiten kwam uitspraken gepubliceerd tegen een aanbieder en tegen een adviseur.

Zie ‘Consument moet kunnen vertrouwen op informatie over kosten’ en

Adviseur heeft zelfstandige informatieverplichting’.

De grote vraag resteert of de Ombudsman voorbarig zijn conclusie heeft getrokken, of dat hij concrete bemiddelingspogingen heeft gedaan en daarbij op grote weerstand stuitte. Dat laatste is nauwelijks voorstelbaar omdat verzekeraars ongetwijfeld niet zitten te wachten op een verder voortslepen van deze affaire in de vorm van een groot aantal publiciteit trekkende rechtszaken. Ook de reactie van het Verbond wijst in die richting.

Jan Aikens

GEEN REACTIES