Minder ontslagvergoedingen door Wet werk en zekerheid

© Pixabay

De wetgever heeft in ieder geval één van haar hoofddoelen bereikt met de Wet werk en zekerheid (WWZ), namelijk het verlagen van de ontslagvergoedingen.  Dit blijkt uit het VAAN-VvA Evaluatieonderzoek WWZ. Tevens is de de doelstelling van de WWZ bereikt dat slechts bij hoge uitzondering een additionele billijke vergoeding wordt toegekend.

Verder heeft het evaluatie niet veel positieve zaken te melden.

De Minister van SZW heeft gesteld dat de WWZ het stelsel eenvoudiger, sneller, eerlijker en minder kostbaar voor werkgevers en meer gericht op het vinden van een nieuwe baan maakt. Uit het evaluatieonderzoek volgt dat het stelsel minder kostbaar voor werkgevers is geworden voor zover het de gemiddelde hoogte van in ontbindingsprocedures toegekende en in schikkingen overeengekomen vergoedingen betreft.

Daar staat evenwel tegenover dat werkgevers onder het oude recht gebruik konden maken van de “gratis” UWV-ontslagroute, terwijl nu bij elk ontslag in beginsel de transitievergoeding verschuldigd is. Voor sommige werkgevers kan ontslag hierdoor wel kostbaarder zijn geworden. Ook het feit dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de WWZ is bemoeilijkt, zou het stelsel – bijvoorbeeld doordat ontslag meer voorbereidingstijd of (juridisch) werk vergt – voor werkgevers kostbaarder kunnen maken.

Door de Minister is vaker aangegeven dat door de WWZ “flex minder flex” en “vast minder vast” zou worden. Blijkens de evaluatie zijn deze doelstellingen niet bereikt. Het ontslagrecht is door de WWZ ook niet vereenvoudigd.

De evaluatie heeft niet getoetst of het stelsel door de WWZ eerlijker en sneller is geworden, doch dit kan – in elk geval op onderdelen – worden aangenomen.

De ontslagvergoedingen komen onder de WWZ gemiddeld aanmerkelijk lager. Uit de gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtspraak blijkt dat de gemiddeld toegekende transitievergoeding 0,4 respectievelijk 0,44 maandsalarissen per gewerkt dienstjaar (mnd/dj) bedraagt. Indien dit wordt afgezet tegen de ontbindingsvergoeding vóór invoering van de WWZ, is de ontslagvergoeding (meer dan) gehalveerd (0,98 mnd/dj in 2014.) Ook de hoogte van de additionele billijke vergoeding is lager onder de WWZ.

De ontbindingsprocedure is door de WWZ bemoeilijkt. Zo blijkt uit de niet-gepubliceerde rechtspraak dat vóór de WWZ gemiddeld 1 op de 10 ontbindingsverzoeken werd afgewezen, terwijl dit onder de WWZ in gemiddeld 4 op de 10 zaken het geval is. Uit een en ander volgt dat de ontbindingsprocedure door de WWZ (substantieel) is bemoeilijkt en vast in dit opzicht dus vaster is geworden.

(Bron: VAAN, VvA)

GEEN REACTIES