Interpretatie Adfiz van Wft heeft weinig kans van slagen

Adfiz maakt in haar vormgeving van de nieuwe marktverhoudingen geen onderscheid tussen bemiddelaars en adviseurs, ook niet bij het “afhankelijksartikel” 4:99 Wft.

“De onafhankelijk adviseur heeft zijn plek ingenomen naast de klant”, is het terechte uitgangspunt van de intermediairvereniging die werkt aan een nieuwe service level agreement (SLA) die de nieuwe marktverhoudingen moet helpen vormgeven. Ook onderzoekt ze of een collectieve inkoopfunctie ervoor kan zorgen dat onafhankelijk adviseurs volledige markttoegang krijgen.

De basisregel moet van Adfiz worden “dat iedere aanbieder al zijn producten beschikbaar moet stellen voor de klanten van onafhankelijk adviseurs. Onafhankelijk adviseurs treden op als zaakwaarnemer of belangenbehartiger van de klant. Een selectief aanstellingenbeleid van intermediaire aanbieders past niet in deze verhoudingen. En ook directe aanbieders moeten klanten geen product weigeren of onnodige kosten in rekening brengen enkel omdat hij een onafhankelijk adviseur naast zich heeft staan.”

Aan de eerste eis zal iedereen graag voldoen. Geen enkele aanbieder houdt immers zijn producten verborgen voor de consument. Waar Adfiz op doelt is dat de meeste aanbieders selectief zijn met het aangaan van bemiddelingsovereenkomsten. Een adviseur echter heeft een dergelijke samenwerkingsovereenkomst met de aanbieder niet nodig. Eerst zodra hij wil dat het door hem geadviseerde product via zijn bemiddeling gekocht wordt gaat een dergelijke overeenkomst een rol spelen. Opvallend is de oproep aan directe aanbieders geen producten te weigeren of duurder te maken voor klanten die zich laten bijstaan door een adviseur. De direct writer zal lang niet altijd weten dat de klant die rechtstreeks een product afneemt zich voordien heeft laten adviseren.

Resteert de eis dat alle intermediairaanbieders met alle bemiddelaars, mits die aan objectieve kwaliteitseisen voldoen, een samenwerkingsovereenkomst moeten afsluiten. Civielrechtelijk is een dergelijke ‘contractplicht’ niet af te dwingen. Waarschijnlijk daarom beroept Adfiz zich in dat verband op artikel 4:99 Wft.

Adfiz: “In de wet is bepaald dat aanbieders adviseurs in staat stellen producten te adviseren en te bemiddelen (partijen stellen elkaar over en weer in staat, 4:99 Wft).

Volgens Adfiz betekent dit dat een samenwerkingsovereenkomst niet nodig is voor volledige toegang tot alle producten. Artikel 4:99 Wft bepaalt ook dat aanbieders alle klantinformatie met adviseurs moeten delen. Toch blijft ook dit in de praktijk problemen opleveren. Eerder ontwikkelde Adfiz hiervoor een machtiging van de klant. Daarmee kan de adviseur uit naam van iedere individuele klant de informatie opvragen. Deze werkwijze is echter omslachtig, bereikt onvoldoende resultaat en zou überhaupt overbodig moeten zijn.” Het is op zijn minst twijfelachtig of dit artikel voor het door Adfiz beoogde doel in stelling gebracht kan worden. Deze bepaling immers zegt iets over de onderlinge afhankelijkheid van partijen die al een (bemiddelings- of samenwerkings)contract met elkaar hebben afgesloten. Deze partijen moeten elkaar over en weer in staat stellen te voldoen aan de regels, voorzover zij daarvoor van elkaar afhankelijk zijn. “Zo kan een bemiddelaar alleen een financiële bijsluiter verstrekken aan een consument indien de aanbieder de financiële bijsluiter aan hem ter beschikking heeft gesteld”, aldus de toelichting. “Voor dit type afhankelijkheid bepaalt dit artikel dat de plicht bestaat om ervoor te zorgen dat de afhankelijke partij aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat indien een aanbieder zeer complexe producten via een bemiddelaar wil aanbieden, hij deze bemiddelaar van zodanige informatie en instructies moet voorzien dat deze bemiddelaar (…) over voldoende kennis beschikt om het betreffende product op de markt te brengen.”

Het artikel is duidelijk niet geschreven voor ondernemingen die geen contractpartners van elkaar zijn.

SLA

“Overigens”, aldus Adfiz, “houdt datzelfde artikel ook in dat de adviseur de aanbieder zo goed mogelijk in staat stelt zijn deel van de dienstverlening invulling te geven. De open norm regelt niet hoe dit moet en de kwaliteit daarvan. Adfiz werkt daarom nu aan een service level agreement die over de wederzijdse kwaliteit van dienstverlening duidelijke en afrekenbare afspraken vastlegt tussen aanbieder en bemiddelaar en klant. Met als doel dat de klant van de onafhankelijk adviseur optimaal bediend kan worden. De SLA moet volledige toegang regelen tot de informatie en systemen van de aanbieder, zodat alle producten geoffreerd , gesloten en onderhouden kunnen worden. Dit zou een goede garantie moeten zijn voor optimale marktwerking. Zeker weten doen we dat niet. De praktijk blijkt tot op heden weerbarstig. Adfiz gaat daarom ook onderzoeken of een collectieve zuivere inkoopfunctie volledige markttoegang kan realiseren.”

Het is duidelijk wat Adfiz in de nieuwe advieswereld voor ogen staat. Van belang is wel om daarbij de verschillende onderwerpen goed van elkaar te scheiden. Het gaat dan om:

  • het apart benaderen en vormgeven van de adviseurs- en bemiddelaarsfunctie 
  • het trachten de toetreding voor bemiddelaars bij aanbieders laagdrempeliger te maken
  • de randvoorwaarden voor een samenwerkingsovereenkomst met de aanbieders uit te discussiëren.

GEEN REACTIES