Bij een slimme DGA wordt niet teveel Zvw ingehouden

Bij veel DGA’s met meerdere BV’s wordt teveel inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ingehouden. Dat is niet nodig. Dat blijkt uit het antwoord van staatssecretaris Weekers op vragen van het VVD-Tweede Kamerlid Helma Neppérus.

De DGA die niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen en die bij meerdere eigen BV’s een dienstbetrekking heeft, is in beginsel bij elk van die arbeidsverhoudingen de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Er zijn gevallen bekend waarbij elke BV de bijdrage inhoudt tot het maximum bijdrageloon, ofwel € 50.853 * 5,65% = € 2873 per jaar. Daardoor is een DGA met vier BV’s al gauw zo’n € 10.000 armer.

Na afloop van het jaar vindt dan een teruggaaf plaats van hetgeen boven het maximumbijdrageloon is ingehouden. Maar dat duurt tot het derde kwartaal van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin het loon is genoten. Weliswaar keert de Belastingdienst in het derde kwartaal van het kalenerjaar waarin het loon is genoten al zoveel mogelijk voorschotten uit op de te verwachten teruggaaf, maar feit blijft dat er bij de DGA teveel wordt ingehouden.

De oplossing

Weekers wijst op de mogelijkheid van artikel 32d van de Wet op de loonbelasting.

Die biedt de mogelijkheid om reeds bij de inhouding op juiste wijze rekening te houden met het bijdragemaximum (doorbetaaldloonregeling). Dit houdt in dat één inhoudingsplichtige de loonbetalingen verricht namens één of meer andere inhoudingsplichtigen. Het totale loon wordt dan door die ene inhoudingsplichtige uitbetaald, waardoor de andere inhoudingsplichtigen geen loon aan de werknemer meer uitbetalen en zij ook geen Zvw-premie verschuldigd zijn. Dit kan zowel bij gelieerde als niet gelieerde inhoudingsplichtigen.

GEEN REACTIES