Beleidsdekkingsgraad pensioenfondsen onveranderd in april

Beleidsdekkingsgraad pensioenfondsen onveranderd in april
© Px

De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in april met één procent gestegen, van 104% naar 105%. De beleidsdekkingsgraad, die leidend is voor kortingen en indexatie, bleef stabiel op 100%. Dat blijkt uit de maandelijkse Pensioenthermometer van Aon Hewitt.

Rentes gestegen, vermogen stabiel
De swaprente tussen 10 en 40 jaar steeg in april met een tot twee basispunten. De korte rente daarentegen daalde met circa één basispunt. Onder meer dankzij ontwikkelingen in de kredietwaardigheid en credit spread steeg de vastrentende waardenportefeuille per saldo 1% in waarde. Aandelen bleven gelijk op het niveau van eind maart; onroerend goed en hedgefondsen daalden in waarde. Het vermogen van pensioenfondsen steeg in april per saldo met 0,3%. De waarde van de verplichtingen daalde in april met 0,2% door een stijging van de lange rente. Het effect van de gestegen lange rente wordt licht gedempt door de UFR.

Waardenoverdrachten weer op gang
De beleidsdekkingsgraad, de gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden, bleef stabiel op 100%, ondanks de grotendeels lagere dekkingsgraden uit 2016. Dat komt doordat de dekkingsgraden van het afgelopen jaar steeds minder zwaar meewegen in de huidige beleidsdekkingsgraad.

Steeds meer fondsen hebben een beleidsdekkingsgraad hoger dan 100%. Dat is goed nieuws voor werknemers die hun pensioen willen meenemen naar een nieuwe werkgever, want pensioenfondsen met een beleidsdekkingsgraad lager dan 100% mogen geen waardeoverdrachten uitvoeren.

Grote fondsen voorzichtig
De vijf grote fondsen noteerden eind maart uiteenlopende dekkingsgraden: ABP 99,8%, PFZW 97,2%, PMT 99,6%, PME 98,9% en BPF Bouw 113,5%. De eerste vier fondsen hebben dus een dekkingsgraad onder het gemiddelde niveau. Hiermee blijft de kans op een korting aanwezig, terwijl indexatie voorlopig nog niet of nauwelijks aan de orde is. Mario Draghi, voorzitter van de Europese Centrale Bank, heeft inmiddels laten weten dat de rentetarieven niet worden verhoogd tot na afloop van het opkoopprogramma (tenminste eind 2017).

“De laatste maanden van 2017 worden bepalend voor de rentemarkten,” zegt Frank Driessen, Chief Commercial Officer van Aon Hewitt. “De rentemarkten gaan dan rekening houden met een mogelijke aanpassing van het ECB-rentebeleid. Dan zal blijken of ook de grote fondsen uit de gevarenzone kunnen komen.”

Pensioenplan en formatie
SER-voorzitter Mariëtte Hamer besprak in april met formateur Edith Schippers onder meer de stand van zaken bij de pensioenhervorming. Er wordt nu een combinatie van eerdere varianten onderzocht. Deze oplossing heeft individuele pensioenvermogens met een sterkere risicodeling in de opbouwfase, terwijl de deelnemers zich in de aanloop naar de pensioendatum inkopen in een collectief fonds voor de uitkeringsfase. Bovenop de individuele potten en uitkeringscollectieven komt dan een collectieve buffer.

Deze variant roept heel wat heikele vragen op, zoals hoe bestaande rechten ingebracht moeten worden in een nieuw systeem en wat de financiële overgangsmaatregelen worden. Vooralsnog zijn deze vragen niet beantwoord.

Na het meireces gaan de onderhandelingsgesprekken tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks verder. Al deze vier partijen zijn in meer of mindere mate voor een individueler pensioen, met collectieve risicodeling en afschaffing van de doorsneepremie.

Bron: Aon

GEEN REACTIES