Belangrijkste Bgfo-bepalingen in bulletpoints

In het Staatsblad van 28 december is de tekst gepubliceerd van het Bgfo dat op 1 januari 2013 in werking treedt. Hieronder de belangrijkste bepalingen in bulletpoints.

Provisieverbod

  • Het provisieverbod geldt voor het bemiddelen of adviseren inzake betalingsbeschermers, complexe producten, hypothecaire kredieten, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, overlijdensrisicoverzekeringen of uitvaartverzekeringen.
  • Voor de overeenkomsten die voor 1-1-2013 zijn gesloten geldt dat de gemaakte afspraken tussen consumenten of cliënten en aanbieders, adviseurs of bemiddelaars niet zullen worden aangetast door de nieuwe beloningsregels.
  • Beloning van de adviseur die via de aanbieder wordt door- of vooruitbetaald is niet mogelijk. Datzelfde geldt voor een beloning in de vorm van van een opslag op de rente of de premie.
  • De adviseur/bemiddelaar mag geen beloning bij de klant in rekening brengen die ‘kennelijk onredelijk’ is. Dat is in strijd met de verplichting om ‘passend advies’ te geven.
  • Provisie die noodzakelijk is voor het verlenen van de desbetreffende dienst (bijv. productvoorlichting, offertesystemen) is wel toegestaan, evenals kleine geschenken die onder de jaarlijkse waardegrens van 100 euro blijven.

Vakbekwaamheid

  • De financiële dienstverlener richt zijn bedrijfsvoering zodanig in dat deze een vakbekwame financiële dienstverlening waarborgt.
  • De bedrijfsvoering is zo ingericht dat alle medewerkers te allen tijde vakbekwaam en op de hoogte zijn van de laatste actuele ontwikkelingen.
  • Klantmedewerkers die zich bezighouden met adviseren dienen voortaan zelf te beschikken over een relevant geldig diploma. Adviseren = het aanbevelen van een specifiek product. Zo geldt de diplomaverplichting niet voor klantmedewerkers die zich uitsluitend bezighouden met het informeren van de consument of cliënt.
  • Een eenmaal behaalde diploma kan daarom niet meer vervallen. Wat blijft, is dat een medewerker die niet binnen 36 maanden met goed gevolg een examen aflegt, tot hij of zij het examen alsnog haalt, niet meer klanten mag adviseren
  • De nieuwe vakbekwaamheidseisen treden op 1 januari 2014 in werking.
  • Voor het jaar 2013 worden geen nieuwe toetstermen ontwikkeld.
  • De huidige PE-termijn wordt met een jaar verlengd tot en met 31 december 2013.

Transparante advies- en distributiekosten

  • De regel is van toepassing op: betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering, overlijdensrisicoverzekering, uitvaartverzekering.
  • De aanbieder dient de advies- en distributiekosten in het dvd te vermelden en rechtstreeks – apart gespecificeerd – in rekening te brengen bij de consument of cliënt.
  • De aanbieder mag geen andere kosten in rekening brengen.
  • Het gaat om de advies- en distributiekosten die zijn gericht op het tot stand brengen van een overeenkomst. De kosten die worden gemaakt voor het sluiten van de overeenkomst zelf vallen daar niet onder.

Productontwikkelingsproces

  • De financiële onderneming beschikt doorlopend over maatregelen en procedures die waarborgen dat bij de ontwikkeling van een financieel product een belangenafweging wordt gemaakt, waarin op een evenwichtige manier rekening wordt gehouden met de belangen van de consument, cliënt, of begunstigde van het financieel product.
  • Diezelfde verplichting geldt voor bemiddelaars die een nieuw product samenstellen uit bestaande producten en adviseren of bemiddelen voor een consument of cliënt.
  • De financiële onderneming zal bij de ontwikkeling van het product eerst moeten vaststellen wat de doelstelling van het product is en voor welke doelgroep dit product geschikt is en ook welke doelgroep ongeschikt is voor het product.
  • Indien een financieel product afbreuk doet aan de belangen van de consument, cliënt of begunstigde, voor wie het product is ontwikkeld dan zal de financiële onderneming adequate maatregelen moeten treffen met als resultaat dat verdere afbreuk van deze belangen wordt voorkomen.
  • Een primaire aanbieder kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor miss-selling verderop in de distributieketen, bijvoorbeeld door onafhankelijke bemiddelaars. Dat kan alleen als de aanbieder zelfstandig verwijtbaar heeft gehandeld. Op dit punt dus geen ‘ketenbeheersing’.

Hypotheken

  • De hypotheekaanbieder publiceert op zijn website de actuele vaste debetrentevoet voor hypothecair krediet bij verschillende rentevastperiodes.
  • Indien de aanbieder ook hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet aanbiedt, dient eveneens de actuele variabele debetrentevoet op de website te worden vermeld. De verplichting geldt ook voor de aanbieder die uitsluitend producten verkoopt via het intermediair.
  • In een reclame-uiting over hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet moet een waarschuwing zijn opgenomen met betrekking tot de risico’s die aan een dergelijk krediet verbonden zijn.
  • De kredietverstrekker dient transparant te maken hoe een hypothecair krediet met een variabele debetrentevoet is opgebouwd en richting de consument te communiceren welke component of componenten variabel zijn.
  • Aanbieders worden verplicht om drie maanden voor het aflopen van de rentevastperiode de consument hierover te informeren en tevens een nieuw aanbod te doen voor minimaal drie rentevastperioden.
  • Gelijktijdig met het aanbod verstrekt de aanbieder de consument informatie over de mogelijkheid om het hypothecair krediet boetevrij over te sluiten en informeert hij de consument over de mogelijkheid om advies in te winnen over oversluitmogelijkheden bij de aanbieder of een andere financiële dienstverlener.
  • Hypotheekaanbieders mogen geen verschillende debetrentevoeten (inclusief kortingen) voor dezelfde rentevastperiode hanteren voor nieuwe en bestaande klanten indien sprake is van een vergelijkbaar risicoprofiel.

Kennis- en ervaringstoets

  • Deze regel heeft betrekking op: een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering
  • Bij execution only moeten financiële dienstverleners (dat kan een aanbieder maar ook een bemiddelaar/gevolmachtigde zijn) de klant een toets afnemen om vast te stellen of de klant begrijpt welke risico’s aan het betreffende product zijn verbonden.
  • Het is niet de bedoeling dat een financiële dienstverlener in het execution only kanaal een specifiek op de klant toegesneden advies over de passendheid van het financieel product geeft. Deze taak rust enkel op een financiële dienstverlener als een consument financieel advies vraagt.
  • Indien blijkt dat het product of de financiële dienst niet passend is moet de financiële dienstverlener de klant waarschuwen en aangeven dat het raadzaam is om voorafgaand aan het afnemen van het desbetreffende financieel product advies in te winnen.
  • Deze waarschuwing kan middels een gestandaardiseerde mededeling geschieden.

DVD

  • De regels met betrekking tot de verstrekking van een dienstverleningsdocument worden per 1 juli 2013 gewijzigd. De AFM heeft dan een dvd-generator klaar staan waardoor de dvd’s meer eensluidend worden en makkelijker met elkaar te vergelijken zijn.
  • Tot die tijd is de dvd-verplichting op de oude leest geschoeid, uiteraard met inachtneming van de nieuwe Bgfo-regels (met name het provisieverbod voor impactvolle producten).

Eed/belofte

  • Het artikel in het consultatiedocument waarin de eed/belofte voor alle medewerkers in de financiële branche verplicht werd gesteld, komt in de definitieve versie niet terug.

Passende beloning

  • In het ’toetsingskader’ van de AFM voor de vraag of sprake is van een kennelijk onredelijke beloning is niet langer aangegeven dat de AFM beoordeelt of het uurtarief dat de adviseur of bemiddelaar in rekening brengt, redelijk is. Dit naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State dat een dergelijke toetsing in strijd is met het uitgangspunt dat adviseurs of bemiddelaars in beginsel vrij zijn om met de cliënt hun beloning overeen te komen.

GEEN REACTIES