AOV-polisvoorwaarden blijven aanleiding tot verwarring geven

Als het even kan bestempelt de rechter een AOV als een sommenverzekering, ook als verzekering geen ander doel heeft dan het bieden van een dekking voor inkomensverlies.

Het wordt bijna traditie: bij de vraag of een arbeidsongeschiktheidsverzekering moet worden aangemerkt als een sommen- of een schadeverzekering kiest de rechtbank voor de schadevariant en komt het hof in hoger beroep tot de conclusie dat het om een sommenverzekering gaat.

Zo ook in dit geval, waarbij het gerechtshof Amsterdam het vonnis van de rechtbank Haarlem vernietigt en verzekerde in het gelijk stelt.

Verzekerde heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten bij Reaal en ook een aov bij Movir. De arbeidsongeschiktheid staat niet ter discussie. Movir keert uit en verzekerde claimt bij Reaal de verzekerde som op basis van 100% arbeidsongeschiktheid onder aftrek van de uitkering van Movir. Reaal vraagt om een berekening waaruit de hoogte van het resterende inkomensverlies blijkt. Verzekerde vindt het niet nodig zijn schade aantonen, omdat her hier om een sommenverzekering gaat .

Reaal heeft het standaard artikel 2 in de polisvoorwaarden opgenomen: “De verzekering biedt de verzekerde dekking tegen het risico van inkomensderving als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Zij doet dit door te voorzien in de verstrekking van nader omschreven uitkeringen bij derving van inkomen door de verzekerde tengevolge van arbeidsongeschiktheid in de zin van deze voorwaarden.

Een expliciete correctiebepaling kent de polis niet, wel een soort ‘samenloopartikel’: “Indien de verzekerde na het intreden van de arbeidsongeschiktheid naast de uitkering uit onderhavige verzekering rechten kan doen gelden op een uitkering inzake inkomstenderving ten gevolge van arbeidsongeschiktheid op grond van andere sociale en/of particuliere verzekering(en), heeft de maatschappij het recht de totale jaaruitkering uit de onderhavige verzekering zodanig te verlagen dat het totale bedrag van de inkomsten maximaal gelijk is aan het jaarinkomen van de verzekerde uit hoofde van zijn beroep in het kalenderjaar, vóórafgaande aan het jaar van het intreden van de arbeidsongeschiktheid."
Uit deze artikelen blijkt duidelijk, aldus Reaal, dat de verzekering dient om de inkomensderving te dekken. De verzekeringsovereenkomsten zijn door partijen bedoeld als inkomensvoorziening waarmee bij arbeidsongeschiktheid een eventueel nog resterend inkomenstekort zou zijn gedekt.

Het hof stelt echter dat artikel 2 in onvoldoende mate de twijfel weerlegt die kan ontstaan over de wijze waarop artikel 7 moet worden uitgelegd. “Weliswaar biedt artikel 2 van de verzekeringsovereenkomst een aanwijzing dat sprake is van een schadeverzekering, maar beoordeeld dient te worden of het voor verzekerde met inachtneming van de polisvoorwaarden in hun geheel, in voldoende mate duidelijk kon zijn dat de onderhavige arbeidsongeschiktheidsverzekering ertoe strekte slechts daadwerkelijk geleden schade als gevolg van arbeidsongeschiktheid te vergoeden. Het had op de weg van Reaal gelegen om de door haar voorgestane bedoeling van de polisvoorwaarden uitdrukkelijk en in niet mis te verstane bewoordingen op te nemen. Dit heeft zij niet gedaan.”

Deze zaak staat niet op zichzelf. Al eerder kon de conclusie getrokken worden dat als een verzekeraar beoogt de AOV als een schadeverzekering op de marktte brengen, dat duidelijk moet blijken uit de polisvoorwaarden en uit de feitelijke informatie-inwinning.

Zie hiervoor de Findiprint ‘AOV: schade- of sommenverzekering?’

Het volledige arrest

GEEN REACTIES