Kabinet en sociale partners eens over pensioenakkoord

De afspraken zijn een uitwerking van de AOW- en pensioenafspraken die werkgeversorganisaties en vakbonden op 4 juni 2010 hebben gemaakt.

  • De AOW-leeftijd gaat in 2020 naar 66 en naar verwachting in 2025 naar 67 jaar;
  • Het AOW-pensioen gaat omhoog vanaf 2013;
  • Mensen kunnen door een flexibele AOW kiezen wanneer ze stoppen met werken;
  • De aanvullende pensioenen worden meer schokbestendig gemaakt;
  • Het wordt voor oudere werknemers makkelijker gemaakt om door te werken.

Het AOW-pensioen gaat vanaf 2013 voor iedereen met 0,6 % extra per jaar omhoog. Mensen kunnen ervoor kiezen om eerder te stoppen met werken, maar dan ontvangen ze een lager AOW- pensioen (min 6,5 %); per saldo resulteert dan een iets lager AOW-pensioen. Dat is van belang voor mensen die op jonge leeftijd zijn begonnen met werken, voor mensen die een laag inkomen hebben of mensen die alleen een AOW-uitkering hebben. Als mensen na hun 66e (vanaf 2025 na hun 67e) doorwerken, krijgen ze een hogere AOW (plus 6,5 %). Vanaf 2020 komt er voor de lage inkomens een extra ouderenkorting van 300 euro.

Duidelijkheid over risico’s pensioen

Het nieuwe pensioenstelsel wil meer duidelijkheid bieden over de pensioenen. De ambitie is een goed pensioen voor iedereen, waarin bij grote schommelingen op financiële markten niet meteen ingegrepen hoeft te worden en waarbij belegd wordt voor de lange termijn.

De mee- en tegenvallers van beleggingen worden verwerkt in het pensioen, maar wel verspreid over een aantal jaren. Elk pensioenfonds kan straks, kijkend naar onder andere de leeftijdsopbouw van het fonds, een optimale balans kiezen tussen de mate waarin risico wordt genomen en de kans op indexeren. De pensioenfondsen zullen hun deelnemers eerder en transparanter informeren over de risico’s.

Stabiele pensioenpremies

De pensioenpremie blijft stabiel. Dat wil zeggen dat in goede tijden de premie niet automatisch zal worden verlaagd, maar dat in slechte tijden de premie ook niet automatisch zal worden verhoogd. Dit laat onverlet dat werkgevers en werknemers in bedrijfstakken en bedrijven in het arbeidsvoorwaardenoverleg over de arbeidsvoorwaarde pensioen kunnen praten.
De nieuwe pensioenen betekenen een verandering. Mensen hebben al een pensioen of betalen premie voor een pensioen. Ook de huidige pensioenenrechten van gepensioneerden en werkenden, moeten onderdeel van de nieuwe regeling worden. Het kabinet, de sociale partners en externe deskundigen zullen een aantal aspecten daarvan onderzoeken en daarover zo spoedig mogelijk duidelijkheid verschaffen.

Langer doorwerken

In cao’s gaan werkgeversorganisaties en vakbonden meer en betere afspraken maken over hoe mensen langer kunnen doorwerken. Maatregelen gericht op inzetbaarheid, scholing, arbeidsomstandigheden, mobiliteit, werkhervatting en productiviteit moeten ervoor zorgen dat alle werknemers, jong en oud, bewuster de regie kunnen nemen over hun loopbaan en duurzame inzetbaarheid. Ook komt er een mobiliteitsbonus, dat is een bedrag dat werkgevers krijgen als ze oudere werknemers aannemen. Voor de instroom van oudere werkzoekenden zullen aan de cao-tafel actieplannen worden opgesteld. Tot 2020 kunnen oudere werklozen blijven instromen in de IOW, een inkomensvoorziening voor oudere werklozen op bijstandsniveau maar zonder partner- en vermogenstoets.

GEEN REACTIES