Verbond en NVGA ruziën opnieuw over waterbedeffect

Het Verbond van Verzekeraars greep de consultatie over de provisietransparantie aan om te pleiten voor transparantie over de tekencommissie voor het volmachtbedrijf. De NVGA is not amused.

In haar consultatiereactie stelt het Verbond dat er ‘in de markt discussie is over de vraag of niet ook de tekencommissie bij het volmachtkanaal actief transparant zou moeten worden gemaakt’. Volgens Verbonds-directeur Richard Weurding is tekencommissie bedoeld als beloning voor uitbesteding, maar het risico op het optreden van een waterbedeffect is volgens hem reëel. Als argument gebruikt Weurding het gegeven dat veel bemiddelaars een huisvolmacht hebben.

In een officiële reactie zegt NVGA-voorzitter Ron Gardenier ‘verbaasd’ te zijn over de plotselinge move van het Verbond in de provisiediscussie, maar tussen de regels door is een flinke dosis irritatie te bespeuren. De irritatie betreft vooral de verwijzing naar het waterbedeffect, waarover al eerder onenigheid is geweest. Gardenier grijpt terug naar onderzoek uit 2011 waarin het waterbedeffect ‘al niet kon worden aangetoond’ en dit effect is volgens hem nu ook niet aan de orde.

De NVGA-voorzitter memoreert dat destijds de ‘passende’ volmachtbeloning is ingevoerd, meer transparantie is geregeld over de werkzaamheden van het volmachtbedrijf en de verplichting is ingevoerd dat een volmachtbedrijf in een aparte juridische entiteit moet worden ondergebracht, los van het bemiddelingsbedrijf. ‘De volmachtbeloning wordt door de verzekeraar eenzijdig bepaald en is de afgelopen jaren alleen maar gedaald. Er is geen waterbedeffect en dat gaat er ook niet komen.’

Toch is de stelling van Gardenier in historisch perspectief niet helemaal juist. Zo komt in een SEO-onderzoek uit 2010 naar voren dat, naar aanleiding van het provisieverbod op complexe producten, ‘divers ontwijkgedrag’ plaatsvond. SEO vond anekdotisch bewijs dat provisies worden overgeheveld naar niet complexe producten waarvoor de regelgeving minder zwaar is (het „waterbedeffect‟). Daarnaast viel het SEO op dat er veel portefeuilles worden omgezet naar het volmachtbedrijf. ‘De omvang van dit gedrag is moeilijk te achterhalen. Volgens marktpartijen zou dit slechts op beperkte schaal gebeuren’, aldus SEO in 2010.

Ook in een gezamenlijk rapport van het Verbond en de NVGA uit 2011 (uitgevoerd door IG&H en vermoedelijk het rapport waar Gardenier op doelt) wordt het waterbedeffect gesignaleerd. ‘Geïnterviewden geven aan dat door striktere wetgeving en beloningsmaatregelen in andere markten (“waterbedeffect”) een toenemend aantal omzetgedreven partijen de volmachtmarkt betreden. De drijfveer van deze partijen is voornamelijk omzet- en winstmaximalisatie, die ten koste kan gaan van het klantbelang. De minder strikte wetgeving en het beperkte toezicht geven deze partijen de mogelijkheid om de grenzen van het toelaatbare op te zoeken.’

De constatering van Gardenier zou daarmee kunnen worden gecorrigeerd tot ‘er was wel een waterbedeffect, maar waarschijnlijk niet op grote schaal’. Desalniettemin heeft het Verbond met het oprakelen van het ‘W-woord’ een open zenuw geraakt bij de volmachtpartijen. Op LinkedIn komen vanuit de volmachthoek vileine opmerkingen dat verzekeraars ‘eerst maar eens transparant moeten worden over de manier waarop ze de premie vaststellen’. Eind vorige week vroeg ook Findinet-redacteur Hans van Ommen daar al aandacht voor.

GEEN REACTIES