Service-abonnementen: kijk uit en pas op!

Het AFM-rapport is verplicht leesvoer: adviseurs moeten hun dienstverlening aanpassen aan de daarin gedane aanbevelingen.

Michiel Denkers zei het in het tv-programma Kassa en de AFM herhaalt het in een persbericht: Het merendeel van de financiële dienstverleners gaat op een goede manier om met het aanbieden van serviceabonnementen. Dat kan zo zijn, maar uit het onderzoek blijkt dat 20% van de abonnementaanbieders zich voor niet relevante diensten laat betalen, de helft onduidelijke informatie verstrekt en 20% zich – in de visie van de AFM althans – dubbel laat betalen.

Hoofd Toezicht bij de AFM Michiel Denkers bewees de adviesbranche een dienst door in Kassa zeer genuanceerd te praten over de geconstateerde overtredingen, maar dat betekent niet dat de marktpartijen op toezicht met zachte hand hoeven te rekenen.

Integendeel: het persbericht waarmee de AFM het onderzoeksrapport presenteert is gesteld in ferme, niet mis te verstane bewoordingen.

Wat te denken van: “Uit ons onderzoek blijkt dat het merendeel van de financiële dienstverleners op de goede weg is om dergelijke serviceabonnementen aan te bieden. Tegelijkertijd zien we dat een deel van de markt dat niet is. Dat is zorgelijk, want uiteindelijk zijn consumenten en goedwillende adviseurs daar de dupe van. Dat deel van de markt kan dan ook op onze aandacht rekenen. Indien nodig zullen wij passende maatregelen nemen.”

Is de vraag aan welke normen de adviseurs zich moeten houden bij het hanteren van service abonnementen. De AFM schrijft die normen gedetailleerd voor in het rapport. Zij doet dat onder het kopje ‘aanbevelingen’, maar die zijn zoals de term wellicht wel suggereert verre van vrijblijvend.

Die aanbevelingen zijn te beschouwen als evenzovele leidraden, die de adviseur heeft na te leven.

De AFM verwacht namelijk van financiële dienstverleners “dat ze aan de slag gaan met de aanbevelingen die de toezichthouder doet op basis van het onderzoek. Ook spreekt de AFM partijen aan op de bevindingen en verwacht zij dat zij hun dienstverlening hierop aanpassen. De aanbevelingen in het rapport zijn hierbij leidend.”

De aanbevelingen hebben betrekking op de relevantie van de dienstverlening en de informatie. Extra aandacht krijgt het in rekening brengen van dubbele kosten. De AFM vindt bij wijze van spreken adviseurs die de klant laten betalen voor een abonnement en daarnaast provisie ontvangen bij voorbaat verdacht. Dat geldt zowel voor schadeproducten als voor de doorlopende provisie bij andere financiële producten. “Een klant zou niet dubbel moeten betalen voor dezelfde dienstverlening.”

Maar wat is dubbel betalen? Een deel van de doorlopende provisie is immers uitgestelde afsluitbeloning. Het is bekend dat een adviseur in de afsluitfase méér kosten maakt dan hij aan afsluitprovisie ontvangt.

Daarom lijkt het goed dat de branche eerst overeenstemming met de AFM probeert te bereiken over de vraag wanneer precies de fase van dubbele kosten bereikt is. En ook welke dienstverlening valt onder het doorgaans geringe provisiebedrag dat een bemiddelaar ontvangt voor het afsluiten van een schadeproduct. Pas dan is het mogelijk om op een reële manier op dubbele kosten te kunnen handhaven.

Tot slot is het zeer opmerkelijk dat de AFM in het kader van service abonnementen voor het eerst wijst op het bestaan van het nieuwe algemene zorgplichtartikel in de Wft. “De AFM kan sinds 1 januari 2014 partijen ook aanspreken op naleving van de generieke zorgplicht. Zij zal dit doen als er sprake is van evidente misstanden die niet worden gedekt door de Wft.” Gezien de terminologie in het rapport heeft de AFM een duidelijke bedoeling met deze verwijzing.

Jan Aikens

GEEN REACTIES