Invaarrisico groter dan algemeen wordt aangenomen

Bij de stelling dat het invaarrisico voor pensioenfondsen bijzonder klein is wordt voorbijgegaan aan het EU-Handvest.

Deze waarschuwing komt van Dr. mr. Hans van Meerten, Europees pensioenrecht advocaat Clifford Chance Amsterdam. Hij reageert op onder meer een publicatie van prof. R.H. Maatman in het Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken. Evenals andere auteurs is Maatman van mening dat het invaarrisico bijzonder klein is. Onder invaren verstaat hij de” transformatie van opgebouwde pensioenrechten en -aanspraken tot rechten met een ander, voorwaardelijk karakter”.

“Maatman gaat (evenals vele andere auteurs) voorbij aan de toepasbaarheid van het Handvest van de Grondrechten van de EU. Daardoor zou zijn conclusie beperkt houdbaar kunnen zijn”, aldus Van Meerten. “Nu bekend werd dat pensioenfondsen het risico van invaren willen overnemen van de Nederlandse staat, moet dit goed indachtig worden gehouden.”

Van Meerten: “Sinds 1 december 2009 is het Handvest juridisch bindend en, zoals in de literatuur wordt gesteld, kan het in procedures voor de gerechten van de Europese Unie en, mits het desbetreffende geschil valt binnen de reikwijdte van artikel 51 Handvest, ook in nationale procedures rechtstreeks worden toegepast.

Uit verschillende arresten kan worden afgeleid dat aan de voorwaarden van artikel 51 lid 1 Handvest wordt voldaan, indien de nationale regeling (1) Unierecht omzet of (2) anderszins bij dit recht aanknoopt. Vooral het criterium ‘anderszins bij dit recht aanknoopt’ leidt tot een zeer ruim toepassingsbereik van het Handvest.

Uit de Toelichting bij artikel 51 Handvest volgt dat nationale handelingen hieronder vallen die specifieke regels van materieel Unierecht (bijvoorbeeld verordeningen, richtlijnen, Verdragsbepalingen) uitvoeren. Vooral het criterium “anderszins bij dit recht aanknoopt” leidt tot een zeer ruim toepassingsbereik van het Handvest. De interpretatie van het toepassingsgebied van het recht van de Unie, als centraal criterium om de toepasselijkheid van het Handvest op handelingen van de lidstaten te bepalen, moet ertoe leiden dat er geen gevallen zijn waarin het recht van de Unie geldt zonder dat die grondrechten toepassing vinden.

Burgers kunnen wanneer het Handvest van toepassing is direct het Handvest tegen de (Nederlandse) staat inroepen en onder omstandigheden zelfs direct tegen een andere burger en/of het pensioenfonds indien een schending van een grondrecht aan de orde is. Uit het arrest AMS volgt dat een Handvestbepaling kan worden ingeroepen door een burger tegen een andere burger mits die bepaling ‘voldoende nauwkeurig is en geen nadere uitwerking behoeft’. Het Handvest kan zelfs nationale grondwetsbepalingen opzij zetten.”

Invaardiscussie

“Van groot belang voor de invaardiscussie”, stelt Van Meerten, “is artikel 17, eerste lid, Handvest:

‘Eenieder heeft het recht de goederen die hij rechtmatig heeft verkregen in eigendom te bezitten, te gebruiken, erover te beschikken en te vermaken. Aan niemand mag zijn eigendom worden ontnomen, behalve in het algemeen belang in de gevallen en onder de voorwaarden waarin de wet voorziet en mits zijn verlies tijdig op billijke wijze wordt vergoed. Het gebruik van de goederen kan worden geregeld bij de wet voorzover het algemeen belang dit vereist.’

“Het lijkt mij goed verdedigbaar dat deze bepaling voldoende nauwkeurig is. Of ‘invaren’ ook onder de reikwijdte van het Handvest en/of het Unierecht zal vallen, lijkt mij evenmin kwestieus. Zoals betoogd is het toepassingsgebied van het Handvest zeer ruim en bovendien lijkt mij dat het Handvest van toepassing is alleen al vanwege de omstandigheid dat pensioenfondsen door het Hof van Justitie van de EU als ondernemingen in zin van het EU Verdrag zijn aangemerkt en de (houdbaarheid van de) verplichtstelling een zaak is van EU recht.

Het volledige artikel is te downloaden van de SSRN-website

GEEN REACTIES