Rechter knutselt een heel nieuw AOV-contract in elkaar

De rechtbank Utrecht veroordeelt de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar om alsnog het uitlooprisico te nemen dat zij uitdrukkelijk in de polis heeft uitgesloten.

Verder heeft het de schijn van dat verzekeraar wordt kwalijk genomen dat hij de in de polis genoemde contractsvervaldatum. Het ligt voor de hand dat na deze uitspraak in eerste aanleg de procedure vervolgd zal worden.

Verzekeringneemster zegt op 25 oktober 2005 de polis op per 1 januari 2006. Verzekeraar laat weten de verzekering te beëindigen per eerstvolgende contractsvervaldatum, namelijk 1 januari 2010.

De rechtbank heeft daar een geheel eigen formulering voor: de verzekeraar heeft de opzegging per 1 januari 2006 eenzijdig geconverteerd in een opzegging van 1 januari 2010.

Die in onze ogen feitelijk onjuiste constatering heeft grote gevolgen, zoals we later zien.

Na opzegging van de polis wordt bij verzekeringneemster borstkanker geconstateerd. De AOV-verzekeraar keert op grond daarvan uit en stopt de uitkering op de vervaldatum. Hetgeen geheel in lijn is met de polisvoorwaarden die we in de meeste AOV-polissen tegenkomen.

In de voorwaarden staat letterlijk:

De uitkering eindigt:

a. op de dag waarop de verzekerde niet meer ten minste 25% arbeidsongeschikt is;

b. op de dag waarop de verzekering eindigt.

en de dag waarop de verzekering eindigt is in dit geval: “door opzegging door de verzekeringnemer tegen het einde van de op het polisblad genoemde verzekeringstermijn mits de opzegging schriftelijk geschiedt en een termijn van twee maanden in acht wordt genomen.”

Een halfjaar voordat de verzekering eindigt, wil verzekeringneemster die dan al tweeëneenhalf jaar ziek is, haar opzegging ongedaan maken, hetgeen door verzekeraar wordt geweigerd.

De uitkering wordt op 1 januari 2010 gestopt.

Ten onrechte vindt de rechtbank:

‘Verzekeraar heeft eenzijdig de opzeggingstermijn geconverteerd’.

“Door ongevraagd en zonder overleg de opzegging per 1 januari 2006 te converteren in een opzegging per 1 januari 2010 heeft zij zelf een periode van vier jaar gecreëerd waarin [eiseres] nog maar gedeeltelijk verzekerd was (namelijk bij arbeidsongeschiktheid ingetreden vóór 1 januari 2010 niet meer voor het inkomensverlies na die datum). [bedrijf] moest ook begrijpen dat [eiseres] daardoor een relatief grote kans liep op aanzienlijk nadeel.”

en

‘Verzekeraar had erop bedacht moeten zijn dat verzekerde de consequentie van de opzegging niet kon overzien.’

“De polisbepaling is op zich niet onduidelijk”, geeft de rechtbank toe, “maar niet heel makkelijk te doorzien.”

Daarom had verzekeraar daar in haar brief ondubbelzinnig voor moeten waarschuwen. “Zij had in haar brief met een eenvoudige maar expliciete standaardzin de consequenties van de opzegging duidelijk kunnen maken. In dat geval had verzekerde kunnen protesteren dat zij (gezien die consequenties) niet per 1 januari 2010 wilde opzeggen, of zij had een aanvullende verzekering kunnen sluiten.”

Had verzekeringmeemster een adviseur? Jawel, maar die is in dit proces geen partij. En was hij dat wel geweest dan had diens eventuele nalatigheid de verzekeraar niet van de verantwoordelijkheid voor zijn eigen nalatigheid ontslagen, aldus de rechtbank.

Een onverklaarbaar vonnis: van eenzijdige conversie is natuurlijk geen sprake. De vervaltermijn is onderdeel van het door partijen overeengekomen contract. En verzekeraar heeft zich niet alleen aan de expiratiedatum gehouden, maar ook zelf daarvan de consequentie genomen en tot het einde van de overeenkomst uitgekeerd.

De rechtbank stelt de vraag of een zakelijke klant (het gaat immers om een AOV) de bepaling dat “de uitkering eindigt op de dag waarop de verzekering eindigt” verkeerd zou kunnen lezen. En zou kunnen denken dat bedoeld is dat een ziekte die na die datum geconstateerd wordt niet tot uitkering leidt. En diezelfde rechtbank heeft kennelijk geen hoge pet op van de gemiddelde Nederlandse ondernemer, nota bene door een adviseur bijgestaan. Want zij oordeelt: “Een niet-verzekeringstechnisch geschoolde verzekeringnemer kan die zin makkelijk zo hebben opgevat dat na de einddatum geen nieuwe rechten konden worden ontleend bij arbeidsongeschiktheid intredend na die einddatum, zonder te begrijpen dat ook rechten ontleend aan een eerder ingetreden arbeidsongeschiktheid zouden vervallen.”

Wij zijn benieuwd wat het gerechtshof hiervan gaat vinden.

Het gehele vonnis

GEEN REACTIES