Wat is de overeenkomst tussen de premie voor een autoverzekering en de prijs van een liter benzine? Ze bevatten beide veel belasting en nog maar een klein deel ‘echt product’. Dit betoogde Leo de Boer, directeur van het Verbond van Verzekeraar afgelopen zaterdag in het Financieele Dagblad. Hij waarschuwt dat de autoschadeverzekering geen afwentelpolis moet worden om zorgkosten te verrekenen of de staatskas te vullen.
De Boer stelt dat in vrijwel geen enkel Europees land de assurantiebelasting hoger is dan in Nederland. “Tussen 2008 en 2013 is de assurantiebelasting op veel schadeverzekeringen bijna onopgemerkt verhoogd van 7 naar 21 procent van de premie. Nederlanders (particulieren en bedrijven) betalen daarmee jaarlijks bijna 2,5 miljard euro aan assurantiebelasting. Omgerekend naar een gemiddeld gezin is dat al gauw tussen de 150 en 200 euro per jaar.
De Verbondsdirecteur noemt dat om meerdere redenen zorgelijk. Zo gaat het ten koste van de solidariteit die aan de basis staat van de verzekeringsgedachte en zet het Nederlandse verzekeraars op achterstand ten opzichte van de buitenlandse concurrentie.
Daar komt bij dat in de in de schadepremie die de automobilist betaalt, een grote component ‘schadeherstel’ zit. Als de verzekeraar die reparatie vervolgens afrekent betaalt deze ook nog eens 21% btw die niet geheel verrekend kan worden. De effectieve belastingdruk van btw en assurantiebelasting loopt daardoor samen op tot ongeveer 30%.
En dit is nog niet alles, betoogt De Boer: Bij de verschuiving van taken op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van Rijk naar gemeenten, hebben gemeenten extra regresrecht gekregen: zij mogen kosten die zij maken, verhalen op autoverzekeraars.
Volgens De Boer is de autoverzekeringspolis verworden tot een afwentelpolis waar de staat de schatkist mee bult. Hij roept de nieuwe coalitie op om de (auto)schadeverzekering weer ‘gewoon’ een verzekering te laten zijn.
Bron: FD
