(Findinet) D&O: grote aarzelingen bij personenregister en tuchtrecht

Een personenregister zal niet in relevante mate door de consument worden geraadpleegd en tuchtrecht past niet in het huidig sentiment, stelt Bureau D & O.

Bureau D & O meldt in de nieuwsbrief van vandaag grote aarzelingen te hebben bij de voornemens die minister De Jager in zijn brief van 15 maart aan de Tweede Kamer kenbaar heeft gemaakt.

Los van de inhoudelijke bezwaren waarschuwt D & O dat “de grens aan opname van nieuwe veranderingen voor veel kantoren is bereikt”. “Bureau D & O signaleert dat bij veel financiële dienstverleners de mentale maar ook fysieke grens om nieuwe veranderingen binnen hun bedrijven door te voeren inmiddels is bereikt. Wil de branche de kracht van het kleinschalig zelfstandig ondernemerschap behouden dan is nu een periode van rust op het gebied van wet- en regelgeving dringend gewenst.”.

Personenregister

Het personenregister zal niet door de consument worden geraadpleegd, voorspelt D & O. Om het register bekendheid te geven zijn grote investeringen nodig. Omdat die permanent moeten plaatsvinden, vergt dat miljoenen euro’s per jaar. De rekening hiervan zal tenminste voor een groot deel bij de sector worden neergelegd. En lukt het al om de consument te stimuleren het register te raadplegen, dan zullen de namen van de verschillende diploma’s, die de consument dan op het scherm ziet verschijnen, hem weinig tot niets zeggen””

D & O wijst op het SEO-rapport waarin naar voren komst dat 70% informatie als die in de DVD niet leest en de consumenten die dit wel doen laten hun voorgenomen keuze hierdoor niet beïnvloeden. “Het pleidooi om van alle medewerkers met klantcontact te eisen dat zij een vakdiploma hebben moet los gezien worden van het instellen van een personenregister. Deze diploma eis kan immers gewoon in de wet worden opgenomen en de werkgever/vergunninghouder kan verantwoordelijk worden gehouden voor nakoming van deze verplichting.” Tuchtrecht

Juist in een periode waarin er vanuit de media en in de politiek over Kifid het verwijt is gekomen dat deze organisatie niet onafhankelijk genoeg zou zijn en de sector hierop een te grote invloed zou hebben, ligt het niet echt voor de hand om een nieuw orgaan op te richten, waarbij opnieuw vanuit de samenleving het verwijt gemaakt kan worden dat de sector indirect zelf over haar vermeende fouten gaat oordelen.

“Op dit moment loopt een financieel dienstverlener al het risico dat bij een en dezelfde fout vier organisaties een oordeel gaan geven, te weten: de Ombudsman Kifid; de Geschillencommissie Kifid en indien de geschillencommissie Kifid geen bindend advies heeft gegeven, kunnen partijen vervolgens de zaak (marginaal) nog voorleggen aan de civiele rechter. Ook de AFM kan naar aanleiding van de fout nog een boete opleggen. In dit rijtje laten we de mogelijkheid dat ook de strafrechter nog een oordeel geeft dan maar achterwege. De vraag is of aanvulling met een tuchtrechter dan nog wenselijk en doelmatig is.”

Bezinning

Deze ontwikkelingen moeten geen eigen dynamiek krijgen, maar is, schrijft Bureau D & O, bezinning en openbare gedachtewisseling gewenst.

“De minister geeft blijk van grote ambities die het liefst op korte termijn gerealiseerd moeten worden. Ten aanzien van het personenregister en invoering van tuchtrecht lijkt het echter wenselijk om als sector nog eens goed na te denken of de door de minister gewenste doelstellingen wellicht op andere en goedkopere wijze zijn te realiseren. Eerder is de sector een administratieve lastenverlichting beloofd van 25%. Deze belofte is tot op heden niet ingelost. Minimaal mag van de minister gevraagd worden zich tot het uiterste in te spannen om verdere lastenstijging te voorkomen.”

GEEN REACTIES