Prijsplafond energie geen structurele oplossing; Nederlanders besparen en verduurzamen

Prijsplafond energie geen structurele oplossing; Nederlanders besparen en verduurzamen

Het prijsplafond voor energie dempt de koopkrachteffecten van hogere energieprijzen voor huishoudens, maar het is geen structurele oplossing. Het overheidstekort neemt toe door het prijsplafond en andere extra uitgaven. Dit wordt echter gedempt doordat een hogere gasprijs ook hogere gasbaten oplevert. Dit blijkt uit de ‘Scenario’s energieprijzen’ waarin het Centraal Planbureau (CPB) inzichten presenteert op basis van een aantal scenario’s voor de energieprijzen.

Gedempte inflatie

Het CPB heeft een basisscenario vastgesteld voor de ontwikkeling van de energieprijzen. In dit scenario komt de inflatie in 2023 uit op 3,5%. Zonder prijsplafond zou dit 6% zijn. Naast het basisscenario heeft het CPB drie andere scenario’s doorgerekend, waarbij rekening is gehouden met een lagere gasprijs, een hogere gasprijs en een hogere gasprijs in combinatie met een hoger verbruik door een strenge winter. Uit de berekening blijkt dat consumenten nauwelijks gevoelig zijn voor een hogere gasprijs, ook niet in combinatie met een hoger verbruik. De inflatie zou in beide gevallen slechts 0,2%-punt hoger worden dan in het basisscenario.

Hoge kosten voor de overheid

De overheid moet diep in de buidel tasten om het prijsplafond te financieren. In het basisscenario bedragen de kosten 8,4 miljard euro. In het geval van een strenge winter loopt dat op tot 13,1 miljard. Het overheidstekort loopt er door op tot 3,0% van het bbp in 2023. Hogere of lagere gasprijzen brengen daar weinig verandering in.

Naar verwachting zullen de gasprijzen hoog blijven, ook na 2023. Omdat er minder gas gewonnen gaat worden, zullen de gasbaten omlaag gaan. Daarbij komt dat het prijsplafond de prikkel om energie te besparen en te verduurzamen wegneemt. Bovendien kan het prijsplafond zorgen voor verder oplopende energieprijzen en inflatie en verstoort het de marktwerking op de energiemarkt. Daarom ziet het CPB het prijsplafond niet als structurele oplossing.

“Het kabinet heeft met de steunmaatregelen tijd gekocht, maar moet nu snel nadenken over een exit-strategie vanaf 2023. We zullen rekening moeten houden met structureel hogere energieprijzen. Een structureel probleem vraagt om structurele oplossingen, het huidige prijsplafond is dat niet”, aldus CPB-directeur Pieter Hasekamp.

De overheid zou zich moeten richten op verduurzaming en energiebesparing en het gericht compenseren van de huishoudens die het echt nodig hebben. Consumenten zouden door loonsverhogingen uiteindelijk hun koopkracht terug moeten krijgen.

Huishoudens willen wel besparen en verduurzamen

Uit onderzoek van Centraal Beheer blijkt dat de hoge energieprijzen wel degelijk leiden tot energiebesparing en verduurzaming. Van de Nederlanders maakt 79% zich serieuze zorgen over de hoge energietarieven. Zo’n 20% ging al bewust om met gas, water en stroom en daar is nu nog een derde van de Nederlanders bij gekomen. Van deze groep zet 39% de verwarming lager en ruim 25% doucht korter. Vooral de 55-plussers maken zich zorgen. Van deze groep heeft echter een relatief groot aandeel van 37% een vast energiecontract waardoor en nog geen directe noodzaak is om te bezuinigen.

Voor een derde van de ondervraagden is het gebrek aan geld het grootste probleem bij het verduurzamen. Overheidssubsidie is dus meer dan welkom, maar dan wel graag met wat minder gedoe bij het aanvragen.

Bron: Centraal Beheer, CPB

GEEN REACTIES