Intermediair geeft ondeugdelijk beleggingsadvies. Schadevergoeding: 170.000 euro

Intermediair geeft ondeugdelijk beleggingsadvies. Schadevergoeding: 170.000 euro
© Pixabay

Een verzekeringsadviseur gaat buiten zijn boekje en adviseert zijn cliënt om participaties te kopen in een risicovol project. Dat loopt verkeerd af. De totale schade wordt geraamd op €450.000 euro. De adviseur – die anoniem blijft in deze casus – hoeft daarvan echter slechts €170.000 te betalen.

De zaak gaat over een ondernemer die om gezondheidsredenen terugtreedt uit een familiemaatschap. Met de uitkoopsom wil hij gaan beleggen. Hij gaat te rade bij zijn vertrouwde verzekeringstussenpersoon en koopt participaties in een vastgoedproject, Future Life. De man koopt in 2008 voor 270.000 euro aan participaties en zijn moeder voor 50.000 euro.

In augustus 2010 gaat het project failliet. De verzekeringstussenpersoon doet samen met andere tussenpersonen pogingen om met de curator en de bank een plan te bedenken om het vastgoedproject voort te zetten. Dit loopt op niets uit, evenals andere pogingen om beide consumenten schadeloos te stellen. Eind 2016 stellen zij de verzekeringstussenpersoon aansprakelijk. Omdat een reactie uitblijft, kloppen de man en zijn moeder eind 2017 aan bij het Kifid.

De verzekeringstussenpersoon betwist dat hij beleggingsadvies zou hebben gegeven. Hij zou beide consumenten hebben laten weten dat hij niet over beleggen adviseert en daarom een beleggingsadviseur heeft benaderd. De Geschillencommissie volgt deze redenering niet. Het staat vast dat in diverse gesprekken mét de verzekeringstussenpersoon en zónder de beleggingsadviseur is gesproken over de verschillende manieren waarop het vermogen kon worden belegd.

Beleggingsdoel
Nergens blijkt uit dat de verzekeringstussenpersoon heeft geïnformeerd naar het doel van de beleggingen en de risicobereidheid van de man en zijn moeder, zodat het advies daarop afgestemd kon worden. Er is evenmin geadviseerd het belegde bedrag te spreiden over verschillende beleggingen.

Het geadviseerde beleggingsproduct is risicovol en heeft een korte looptijd. Daarmee is dit beleggingsproduct ongeschikt voor iemand met het beleggingsdoel ‘pensioen’, wat tijdens de klachtprocedure voor de Geschillencommissie aannemelijk is geworden. Kortom, het advies om destijds en in die omvang in Future Life te beleggen, had niet gegeven mogen worden, concludeert de Geschillencommissie.

De Geschillencommissie verwerpt bovendien het beroep op verjaring en het beroep op eigen schuld van betrokken consumenten.

Schade
Beide consumenten hebben hun schade berekend door het behaalde rendement te vergelijken met het rendement van een obligatie-index. Voor de man bedraagt de schade ruim 380.000 euro en voor de moeder ruim 70.000 euro.

Echter, als de Geschillencommissie een vordering van meer dan 100.000 euro zou toekennen, is de uitspraak niet-bindend op grond van het reglement (art. 38.6). Omdat de man een bindende uitspraak wenst, heeft hij zijn vordering gematigd tot 100.000 euro. Die wordt hem toegewezen. Zijn moeder ontvangt een schadevergoeding van ruim 70.000 euro. De verzekeringstussenpersoon moet bovendien aan beide consumenten samen 5.000 euro proceskosten vergoeden.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES