Jan Aikens: Kifid en geschiedvervalsing

Het laatste dat Kifid verweten kan worden is dat het de “broodheer” naar de mond spreekt.

“Als de ombudsman door de industrie wordt gefinancierd, mogen we dan eerlijke oplossingen verwachten, zo vraagt zich de consument. Dit kan aangepakt worden door Kifid publiekrechterlijk te maken.”

Deze opmerking van AFM-bestuurder Theodor Kockelkoren op het IFR-symposium “De effectiviteit van het financieel toezichtrecht” is het Verbond in het verkeerde keelgat geschoten.

In feite herhaalt Kockelkoren de kritiek die ook geuit werd in de VARA-uitzending van Kassa op 12 februari.

In die uitzending werd ook gesteld dat het feit dat het Kifid betaald door de verzekeraars en banken wordt, “veel wantrouwen bij klagers” wekt. Niet de Geschillencommissie was het mikpunt van de kritiek, maar de Financiële Ombudsman, die te vaak zou buigen richting verzekeraars en banken. Vooral oud-Ombudsman Wabeke (en zijn ‘norm’) moesten het ontgelden.

Dat wekt op zijn minst verwondering, omdat de bedrijfstak jarenlang bepaald niet zachtzinnig is aangepakt door Wabeke. Het is een publiek geheim dat verzekeraars altijd met enige siddering het jaarverslag van de Ombudsman opensloegen.

Als Wabeke kritiek had op producten en diensten van verzekeraars – en dat kwam herhaaldelijk voor – stak hij die niet onder of stoelen of banken, maar verwoordde hij die luid en duidelijk in zijn verslagen en ook in interviews. Het laatste dat Kifid verweten kan worden is dat het de ‘broodheer’ naar de mond spreekt. Misschien leeft er een andere perceptie bij consumenten, maar Kockelkoren weet beter.

Het is dan ook jammer dat hij met zijn opmerking voeding geeft aan de gedachte dat Kifid door de financieringsstructuur partijdig zou kunnen zijn. Het had realistischer geweest wanneer hij dit met kracht van voor het oprapen liggende argumenten had tegengesproken.

Hij had een andere vraag over de effectiviteit van Kifid, die meer hout snijdt, maar waarvoor amper een sluitende oplossing is te bedenken: “De huidige vormgeving van Kifid is niet opgewassen tegen de grote legacy-problemen van het verleden: Kifid is niet geschikt om grote aantallen enigszins vergelijkbare geschillen collectief te behandelen. Het lijkt erop of daarmee een mogelijk omvangrijke markt gecreëerd is voor allerhande claimstichtingen.”

Dat is waar, maar het is een rechtstreeks uitvloeisel van de bevoegdheid die Kifid (mede van de overheid) heeft gekregen. Het is en blijft een loket waar consumenten terecht kunnen met hun klachten en niet de vervanging van de rechterlijke macht.

Objectief gezien voldoet Kifid aan de opdracht die het instituut bij de oprichting heeft meegekregen. Als er al reden is om de werkwijze van Kifid bij te stellen dan is het zaak te kijken naar mogelijke bijstellingen van de reglementen. Dat is iets anders dan het in twijfel trekken van het integer naleven van die regels.

De uitzending van Kassa

GEEN REACTIES