In oktober 2022 is de indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen gelijk aan 127 procent. Daarmee ligt de dekkingsgraad vijf punten hoger dan vorige maand. Toch is de dekkingsgraad hiermee nog net niet terug op het niveau van augustus (128 procent). Goede beleggingsresultaten zorgden voor de stijging. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon, waarin dagelijks de gemiddelde hoogte van de dekkingsgraad wordt bijgehouden.
De gemiddelde dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden, de indicatieve beleidsdekkingsgraad, steeg naar 120 procent. Pensioenfondsen die een beleidsdekkingsgraad van minimaal 105 procent (het geldende percentage m.i.v. 1 juli 2022) hebben, kunnen gaan nadenken over indexatie. Voor veel fondsen zal nu dus gelden dat ze de pensioenen wat kunnen gaan verhogen.
Herstel op de beurs
De verbetering van de dekkingsgraad komt voornamelijk voor rekening van de bezittingen. De portefeuille werd op totaalniveau ongeveer 3% meer waard. Er waren wel grote verschillen te zien tussen de verschillende aandelen. Zo stegen de wereldwijde aandelen met 6,6% terwijl de aandelen van emerging markets 4% minder waard werden. Vastgoedaandelen behaalden ruim 1% winst.
Op het gebied van de rente was het rustig, ondanks de nog steeds hoge inflatie en de verhoging van de rente met 0,75% door de ECB. De vastrentende portefeuille werd 0,2% meer waard, staatsobligaties (0%) en bedrijfsobligaties (0,1%) bleven ook ongeveer gelijk en high yield ging er 1,8% op vooruit.
Rente veranderde nauwelijks
De rentecurve daalde voor de kortere looptijden, maar voor de langere was er wel een lichte stijging te zien. Over de eerste 40 jaar was de stijging gelijk aan 5 basispunten. Uiteindelijk daalden de verplichtingen met ruim 1% door de verandering van de rente.
Het nieuwe pensioenstelsel
Rond deze tijd zal de Tweede Kamer de Wet Toekomst Pensioenen behandelen. Hoe de huidige pensioenpot van 1.500 miljard verdeeld zal gaan worden over de deelnemers en hoe dat voor hen uitpakt, is voor veel Kamerleden een vraag. “Wij begrijpen dat Kamerleden zich daar zorgen over maken en veel vragen over stellen. We staan aan de vooravond van de grootste pensioenhervorming ooit in Nederland en het is niet meer dan logisch dat het wetgevingsproces voldoende tijd en aandacht krijgt. Daarnaast is de uitgangspositie nu misschien rooskleurig, maar het is de vraag hoe de pensioenfondsen ervoor staan op het moment van de overgang. Tot slot, de vraag hoe de aanwezige buffers evenwichtig verdeeld moeten gaan worden over de deelnemers is complex en dit zal de nodige discussies met zich meebrengen bij sociale partners en fondsen”, zegt Frank Driessen, CEO Aon Wealth Nederland.
Bron: Aon
