(Findinet) Adfiz over standpunten Verbond

Portefeuillerecht past juist goed in de nieuwe wereld.

V: Het Verbond heeft een aantal uitspraken gedaan over het portefeuillerecht.

Is daarvan in de situatie na 2013 nog wel sprake? Het gaat dan immers niet meer zozeer om de gesloten producten, maar om de klanten. Hoe zit het met het portefeuillerecht als adviseur en consument overeenkomen dat de adviseur geen (extra) zorgplicht op zich neemt (en die dan voor een deel overgaat naar de aanbieder)?

A: Ons standpunt over portefeuillerecht is bekend. Onze Opinie die eerder deze zomer in VVP is gepubliceerd is helder. Portefeuillerecht pas juist in de nieuwe wereld.

Hanneke Hartman schreef in VVP onder meer:

“Afschaffing van dit wettelijk verankerde verbod om zonder toestemming van de desbetreffende financieel adviseur klanten te benaderen en over te nemen, zorgt voor ongewenste prikkels: de financieel adviseur kan druk ervaren om zich te voegen naar de eisen en wensen van de verzekeraar. Het klantbelang is daar niet mee gediend. Verzekeraars gaan hieraan voorbij door het portefeuillerecht uitsluitend uit te leggen als het recht waarmee de provisiebetaling geregeld wordt. Ze sorteren zelfs al voor op afschaffing ervan, door nu al klanten direct te willen benaderen. Dit is onterecht. De Wft stelt dat een verzekering die via een financieel adviseur bij een aanbieder wordt gesloten tot de portefeuille van die financieel adviseur behoort, los van de vraag of er (afsluit)provisie of feebeloning is betaald.

V: Leo de Boer vindt het vreemd als de ene dienstverlener gaat incasseren voor een andere. Is dat wel zo vreemd? Veel adviseurs willen graag één factuur versturen waarop de premie en de advieskosten staan gespecificeerd. Anders wordt het incasseren van de advieskosten nog eens extra bemoeilijkt.

A: Onze visie op facturering is bekend. Een neutraal financieringsinstituut zou prima de premie en adviesvergoeding kunnen incasseren en uitkeren aan aanbieder resp. adviseur. Wij vinden het dus helemaal niet vreemd als de ene dienstverlener gaat incasseren voor een andere (met alle respect, het is nooit anders geweest met intermediair incasso). De klant doet zaken met de adviseur, niet met de aanbieder, de naam van de aanbieder kent hij vaak niet eens. Via een NFI of rechtstreeks van de adviseur, krijgt hij gewoon één rekening, wel zo gemakkelijk voor de klant.

V: Is Adfiz gekend in de standpunten die De Boer heeft geventileerd en die het Verbond kennelijk zo belangrijk vindt dat men de speech integraal heeft gepubliceerd? Zo ja, was er consensus, zo nee, hoe reageert Adfiz daarop?
A: Wij kennen de standpunten van het Verbond goed, in de speech zat weinig nieuws, het meeste was al publiek bekend

Niet eerder in het nieuws was het standpunt over eerbiedigende werking, en daar hebben we inmiddels met persbericht onze visie tegenover gesteld. Daarin stelden wij onder meer:

“Het mag niet zo zijn dat kantoren in grote problemen komen door het versneld afbouwen van de doorlopende provisie op reeds bestaande contracten. Het is in het belang van de klant dat er ruimte is voor kantoren om de omslag naar de nieuwe wereld ook daadwerkelijk te maken, zodat die klant de beschikking blijft houden over een fijnmazig netwerk van zoveel mogelijk zelfstandig intermediairs.

Zodra het provisieverbod van kracht is zal ieder kantoor zijn eigen tempo kennen bij de overgang van lopende provisie naar fee. Die overgang zal zo geregeld moeten worden dat de cashflow van het intermediair in voldoende mate in stand blijft. Bij het ene kantoor zal dit snel kunnen, andere kantoren hebben daar mogelijk meer tijd voor nodig. Het is niet te bepalen binnen welke termijn dit voor een individueel financieel dienstverlener redelijkerwijs is te realiseren.

Een beperkte periode van eerbiedigende werking is alleen dan te rechtvaardigen wanneer dat risico’s voor de consument oplevert. Bij reeds gesloten producten is er echter geen risico op misselling: het contract loopt immers al. Gezien de looptijden van de contracten, zal een groot deel van de producten op natuurlijke wijze uitfaseren. Daarom roepen Adfiz, OvFD en CFD politici en het ministerie van Financiën op geen eindtermijn vast te stellen, maar de markt haar werk te laten doen.

Civielrechtelijk dienen contracten te worden nagekomen. Het is maar de vraag of de overheid via wetgeving reeds lopende contracten tussen twee privaatrechtelijke partijen mag doen ontbinden. Adfiz, OvFD en CFD beraden zich dan ook over juridische stappen wanneer aanbieders eenzijdig de gemaakte afspraken niet nakomen.”

GEEN REACTIES