Regeling Eed of belofte financiële sector ter consultatie

Op de consultatiewebsite heeft het kabinet de Regeling eed of belofte financiële sector 2015 ter consultatie aangeboden.

In deze regeling is opgenomen op welke wijze de eed of belofte moet worden afgelegd. Zo is de tekst van de eed of belofte voor personen van financiële ondernemingen waarvoor de eisen van geschiktheid gelden voorgeschreven. Voorts is bepaald ten overstaan van welke personen de eed of belofte moet worden afgelegd en welke overige personen bij het afleggen van de eed of belofte aanwezig moeten zijn.

De einddatum van de consultatie is 11 november 2014.

De eed of belofte dient binnen drie maanden na aanvang van de werkzaamheden bij de onderneming te worden afgelegd. De personen die de eed dienen af te leggen kunnen worden onderscheiden in enerzijds personen voor wie de geschiktheidseisen gelden en personen genoemd in de artikelen 3:17b en 4:15a van de wet, die niet op hun geschiktheid worden getoetst en anderzijds – kort gezegd alle bankmedewerkers en wat betreft andere financiële ondernemingen waarvan de beleidsbepalers vallen onder de eisen van geschiktheid natuurlijke personen wier werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden en klantmedewerkers.

Niet alleen de vaste medewerkers, maar ook uitzendkrachten en gedetacheerden moeten een eed of belofte afleggen en naleven.

Nieuwe medewerkers, en personen die gewisseld zijn van functie binnen dezelfde financiële onderneming en voor deze functie een andere eed of belofte moeten afleggen dan zij eerder hebben gedaan, moeten binnen drie maanden na aanvang van hun (nieuwe) werkzaamheden de eed of belofte afleggen.

Zo is de tekst van de eed of belofte voor personen van financiële ondernemingen waarvoor de eisen van geschiktheid gelden voorgeschreven en is bepaald uit welke elementen de eed of belofte voor medewerkers van deze ondernemingen moet bestaan. Voorts is bepaald ten overstaan van welke personen de eed of belofte moet worden afgelegd en welke overige personen bij het afleggen van de eed of belofte aanwezig moeten zijn. Daarnaast is de procedure rond het afleggen van de eed of belofte, het ondertekenen van het formulier, en de wijze van bewaring van het ondertekende formulier voorgeschreven.

Dit geldt ook voor personen die na een periode van verbreking van de arbeidsrelatie weer aan de slag gaan bij dezelfde onderneming. DNB en de AFM houden hierop – via de integere en beheerste bedrijfsvoering – (risico-georiënteerd) toezicht.

Ook voorziet de regeling in de situatie waarbij de eed of belofte wordt afgelegd binnen een branche- of beroepsorganisatie. In dat geval dient de eed of belofte afgelegd te worden ten overstaan van een bestuurslid van de organisatie, en in het bijzijn van een vertegenwoordiger van de branche- of beroepsorganisatie of een vertegenwoordiger van de onderneming van de persoon die de eed of belofte aflegt.

In de regeling is gedetailleerd opgenomen op welke wijze de eed of belofte moet worden afgelegd.

Zie verder de consultatiewebsite

GEEN REACTIES