TPRA: Pensioenbeheerkosten per deelnemer slechts 13 cent gedaald

TPRA: Pensioenbeheerkosten per deelnemer slechts 13 cent gedaald
© Pixabay

Pensioenfondsen zijn er in 2016 maar mondjesmaat in geslaagd de pensioenbeheerkosten te verlagen. De gemiddelde deelnemer ging er slechts 13 cent op vooruit, aldus TPRA in haar vandaag verschenen ‘TPRA-monitor Kosten 2017’.

In 2016 leek ruimte te bestaan om de kosten verder te verlagen. Toen in 2015 de kosten met 5,5% stegen, werd dit voornamelijk toegeschreven aan de invoering van het nFTK, het Witteveenkader en de ingevoerde Btw-heffing. Ondanks het ontbreken van dergelijke factoren in 2016 zijn de kosten vooralsnog niet gedaald. Ook hebben veel fondsen in 2016 de aanbeveling opgepakt de algemene kosten door te belasten naar vermogensbeheerkosten. In werkelijkheid zijn de kostenverschillen met 2015 dus nog kleiner.

Op individueel fondsniveau werden er echter wel degelijk resultaten geboekt. Bij de fondsen die de pensioenbeheerkosten reduceerden (93) was de daling gemiddeld 11%. Bij de 99 fondsen die hun pensioenbeheerkosten zagen stijgen, bedroeg de gemiddelde stijging 17%. Van de vijf grootste pensioenfondsen in Nederland bevinden alleen ABP en Zorg & Welzijn zich in de top-10 fondsen met de laagste kosten. Beide fondsen wisten in 2016 bovendien een besparing te realiseren. De overige drie (Metalektro, Metaal & Techniek en Bouw) rapporteren kostenniveaus die niet geheel bij de omvang van het fonds passen (50% tot 100% hoger dan Zorg & Welzijn).

Klein fonds
Nieuwkomer in de top-10 fondsen met de laagste kosten voor pensioenbeheer is het zelf administrerende TDV. Het fonds plukte in 2016 de vruchten van de overstap in 2015 naar een nieuw administratiepakket. TDV is door deze strategische keuze een goed voorbeeld van een klein fonds dat zijn toekomst veilig weet te stellen. In de top-10 fondsen met de hoogste pensioenbeheerkosten worden de kostenstijgingen onder andere veroorzaakt door een terugloop in het aantal deelnemers (Invista, Archimedes en Ecolab) en de introductie van een nieuwe pensioenregeling (BSG en AFM).

Philips wist met een besparing van € 75 per deelnemer de kosten met maar liefst 44% te reduceren door de overgang naar PGGM als uitvoerder. Ook Astellas, Kas Bank en Witteveen Bos boekten een forse besparing in de pensioenbeheerkosten, omdat de incidentele kosten van een overstap naar een andere uitvoerder of een andere regeling in het voorgaande jaar kwamen te vervallen.

De vermogensbeheerkosten varieerden van 0,06% van het gemiddeld belegd vermogen tot 1,69% en daalden gemiddeld met 0,02% naar een niveau van iets boven de 0,55%. Stijgingen en dalingen liepen uiteen van respectievelijk -25 tot +17 basispunten. De belangrijkste oorzaken van de besparingen zijn een versimpeling van de beleggingsportefeuille, een overstap van actief naar passief beheer, het afstoten van alternatieve beleggingen en het verkleinen van mandaten.

Mars is het fonds met de hoogste vermogensbeheerkosten (1,69%) en rapporteert een outperformance van 1,3%. De hoogste outperformances zijn echter te vinden bij de passief beheerde fondsen met de laagste kosten. Zo boekt Delta Lloyd met een kostenniveau van 0,12% een outperformance van 1,5% en Pepsico boekt zelfs een outperformance van 1,8%. In de top-10 fondsen met de laagste vermogensbeheerkosten boeken zeven van de tien fondsen een outperformance. Bij de top-10 fondsen met de hoogste vermogensbeheerkosten is de outperformance slechts bij vier fondsen positief. Actief beheer heeft daarmee ook in 2016 niet tot systematische outperformance geleid.

De ‘TPRA kostenmonitor 2017’ is gebaseerd op de jaarverslagen van 213 pensioenfondsen over het verslagjaar 2016. TPRA heeft de kosten zelf vastgesteld.

Bron: TPRA

GEEN REACTIES