Einde aftrekbaarheid lijfrente- en aov-advieskosten een feit

De beloning aan het intermediair ter zake van het afsluiten/verlengen van een lijfrenteп of arbeidsongeschiktheidsverzekering is per 1 januari 2013 niet meer aftrekbaar.

Dat is vastgelegd in de 2e nota van wijziging Belastingplan 2013.

In dezelfde nota wordt afscheid genomen van het voornemen om de levensloopregeling te vervangen door vitaliteitssparen.

Ook voorziet de nota in de verhoging van de assurantiebelasting per 1 januari 2013 (zie ook Assurantiebelasting al op 1 januari naar 21%) en de invoering van een inkomensafhankelijke werkbonus.

Onder het kopje: ‘Schrappen aftrekbaarheid beloning assurantietussenpersonen’ meldt de nota:

“Uitgaven ter beloning van assurantietussenpersonen ter zake van het afsluiten dan wel het verlengen van een lijfrente– of arbeidsongeschiktheidsverzekering of het incasseren van premies voor een dergelijke verzekering zijn in de huidige wetgeving aftrekbaar ingeval ook de premie aftrekbaar is. Ingeval de assurantietussenpersonen voor hun diensten een beloning via de aanbieder ontvangen in de vorm van een in de premie begrepen provisie, gaat de aftrek van de beloning automatisch via de aftrekbaarheid van de premie. Voor situaties waarin assurantietussenpersonen hun beloning rechtstreeks aan de klant in rekening brengen is in de wet een bepaling opgenomen die uitgaven ter beloning van assurantietussenpersonen ter zake van het afsluiten dan wel het verlengen van een lijfrente– of arbeidsongeschiktheidsverzekering of het incasseren van premies voor een dergelijke verzekering gelijkstelt met premies voor een dergelijke verzekering. Als de premie aftrekbaar is, zoals bijvoorbeeld bij bepaalde lijfrenteverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, dan is als gevolg van die bepaling ook de niet in de premie begrepen beloning van assurantietussenpersonen ter zake van het afsluiten dan wel het verlengen van een verzekering of het incasseren van premies aftrekbaar. De aftrekbaarheid van deze beloning is ingevoerd om de assurantietussenpersonen die hun beloning rechtstreeks aan de klant in rekening brengen gelijk te behandelen met assurantietussenpersonen die voor hun diensten een provisie via de aanbieder ontvangen. Die provisie is zoals uit het voorgaande volgt immers eveneens aftrekbaar.

Door het provisieverbod worden alle beloningen transparant gemaakt en uit onder andere de premies gehaald. Dat biedt tevens de mogelijkheid om ook de aftrekbaarheid van rechtsreeks aan assurantietussenpersonen betaalde beloningen af te schaffen en de aftrek toe te spitsen op de zuivere premie waarmee de inkomensvoorziening (lijfrente/arbeidsongeschiktheidsrente) opgebouwd wordt. Zoals uit het voorgaande volgt, was die aftrek uitsluitend opgenomen omdat het in situaties waarin deze beloningen deel uitmaakten van de premie niet mogelijk was deze beloningen te onderscheiden van de overige elementen van de premie en het niet wenselijk was onderscheid te maken tussen de hiervoor genoemde situaties en de situaties waarin assurantietussenpersonen hun beloning direct aan de klant in rekening brengen. Zonder die omstandigheid zou de beloning van de assurantiepersoon uiteraard nooit aftrekbaar zijn gemaakt. Nu de beloning verplicht afzonderlijk in rekening moet worden gebracht, is er derhalve geen reden meer om de aftrekbaarheid in stand te houden.”

GEEN REACTIES