Kifid breidt ambtshalve toetsing uit na arrest Europees hof van Justitie

Kifid breidt ambtshalve toetsing uit na arrest Europees hof van Justitie
© Jessica45, Pixabay

Vanaf nu gaat klachteninstituut Kifid na of de consument die een klacht heeft ingediend, vóór het aangaan van diens overeenkomst met een financieel dienstverlener kennis heeft kunnen nemen van alle relevante voorwaarden. Dat blijkt uit een deze week gepubliceerde uitspraak.

In lijn met de Europese richtlijn Oneerlijke bedingen gaat Kifid steeds na of de voorwaarden/bedingen waarop een financiële dienstverlener zich beroept, mogelijk oneerlijk zijn. Is er sprake van een oneerlijk beding, dan is dit niet van toepassing en kan een financiële dienstverlener zich daar niet op beroepen.

Deze zogeheten ambtshalve toetsing wordt nu uitgebreid. De Geschillencommissie gaat voortaan ook na of de consument vóór het aangaan van de overeenkomst kennis heeft kunnen nemen van alle relevante bedingen, en of de consument de gevolgen hiervan kon beoordelen. Wanneer vaststaat dat een consument voor het sluiten van een overeenkomst geen kennis heeft kunnen nemen van de voorwaarden, dan is dat van betekenis voor de beoordeling of er mogelijk sprake is van een oneerlijk beding.

Occidental-arrest

Deze wijziging is naar aanleiding van het Occidental-arrest van 20 april 2023 van het Europese Hof van Justitie. In dit arrest wordt bepaald dat een consument steeds vóór de sluiting van een overeenkomst kennis moet kunnen nemen van alle bedingen van deze overeenkomst. Een beding in een verzekeringsovereenkomst dat de dekking van het verzekerde risico uitsluit of beperkt en waarvan de betrokken consument geen kennis heeft kunnen nemen vóór de sluiting van deze overeenkomst, wordt als oneerlijk aangemerkt en dient buiten toepassing te blijven, opdat het geen bindende gevolgen teweegbrengt voor de consument.

Polisblad

De onderhavige uitspraak van het Kifid gaat over de hoogte van de uitkering waarop een consument aanspraak maakt vanwege zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering bij Loyalis. De Geschillencommissie concludeert dat de verzekeraar het polisblad van 22 januari 2018 pas ná de ingangsdatum van de verlenging van de verzekering (1 januari 2018) aan de consument heeft gestuurd.

Op dit polisblad verwijst de verzekeraar naar de toepasselijke voorwaarden op een website van de verzekeraar. Dat is in strijd met de verplichting de voorwaarden op een duurzame drager te verstrekken. Het is niet gebleken dat de voorwaarden vooraf op een andere manier aan de consument zijn verstrekt. Een en ander leidt ertoe dat de Geschillencommissie ervan uitgaat dat de consument vóór ingang van de verzekeringsovereenkomst geen kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden 2018. Kortom, de manier waarop deze verzekering tot stand is gekomen voldoet niet aan de Europese regelgeving.

Overigens oordeelt de Geschillencommissie dat het beding waar het hier om gaat niet oneerlijk is. Als de consument en de verzekeraar vrijelijk over de voorwaarden zouden hebben onderhandeld, dan zou de voorwaarde waarover partijen discussie hebben ook zijn overeengekomen. De voorwaarde is duidelijk en laat geen ruimte voor de invulling die de consument eraan wil geven. De klacht van de consument is dus ongegrond.

De uitspraak GC 2023-0535 in deze klacht van een consumenten tegen Loyalis is bindend.
Vanwege het belang van de zaak staat beroep tegen deze uitspraak open.

Bron: Kifid

GEEN REACTIES