Controle risicoplan volmachtkantoren wordt hele kluif

copyright Pixabay

Vanaf februari gaan accountants namens verzekeraars bij volmachtkantoren het Werkprogramma Risicobeheersing Volmachten controleren. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan.

Daarvoor waarschuwt Hugo van der Meer, partner bij de SVC Groep, in een artikel dat eerder deze maand op Accountant.nl (de nieuwssite van beroepsorganisatie NBA) is verschenen. De SVC Groep is een accountants- en adviesbureau voor financieel dienstverleners, waaronder gevolmachtigd agenten.

Het werkprogramma werd in 2017 ingevoerd omdat toezichthouder DNB vond dat de risicobeheersing van verzekeraars bij de uitbesteding aan volmachtkantoren onvoldoende was. In het programma staan ruim 100 punten waar een volmachtkantoor moet checken of het daar aan voldoet. Afgelopen jaar was het eerste volledige boekjaar dat dit plaatsvond en vanaf komende maand zullen de accountants van de volmachtkantoren voor het eerst de resultaten van het werkprogramma gaan controleren. Het gaat in totaal om 42 punten.

In dit verband is er door de NBA, het Verbond van Verzekeraars en de NVGA een accountantsprotocol opgesteld. Hoewel er volgens Van der Meer verschillende pilots mee zijn uitgevoerd, is er met dit protocol verder geen ervaring. Voor zowel accountants als voor de volmachtkantoren is het compleet nieuw. Veel tijd is er niet, accountants moeten ruim voor 30 juni de rapportage hebben afgerond.

Van der Meer signaleert dat sommige accountantskantoren nog onvoldoende op de hoogte zijn van deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld omdat het te controleren volmachtkantoor de accountant nog niet heeft geïnformeerd. Daarnaast bestaat bij beide partijen volgens Van der Meer de misvatting dat het Werkprogramma voor minder risico’s en daardoor juist voor minder controlewerkzaamheden zorgt. De accountant moet echter nog steeds over de 42 punten rapporteren.

Een ander aandachtspunt betreft de kwestie dat bij een aantal (vooral kleinere) volmachtkantoren de jaarrekening door de accountant wordt ‘samengesteld’. Van der Meer wijst erop dat de controle op het Werkprogramma in een aantal gevallen verder gaan dan dit samenstellen. Tot slot is het in het bijzonder bij kleinere accountantskantoren niet denkbeeldig dat de daar werkzame accountants onvoldoende kennis hebben van risicobeheersing bij verzekeraars en gevolmachtigd agenten. Het kantoor zal in dat geval externe kennis moeten inhuren.

De verzekeraars zijn de facto opdrachtgevers van de accountantskantoren. Zij zullen met veel belangstelling de bevindingen gaan lezen. Het is mede interessant omdat het Verbond (en ook DNB) eind vorig jaar aangaf dat volmachtkantoren zullen moeten voldoen aan Solvency II-richtlijnen.

bron: Accountant.nl

GEEN REACTIES