Vaardigheden en competenties zwakke schakel in Wft-examens

Op het onderdeel vaardigheden en competenties wordt minder goed gescoord dan op de andere onderdelen, bij PE-Plus zelfs 15% minder goed.

In 2014 zijn tot en met december in totaal 60.347 examens afgenomen, inclusief herexamens. Dit betrof 22.056 PEplusexamens1 en 38.291 initiële Wft-examens.

Voor alle 60.347 examens die tot en met december 2014 zijn afgenomen, bedraagt het slagingspercentage 55,5%. Wat betreft de PEplus-examens is het slagingspercentage 60,8% en voor de initiële Wft-examens bedraagt het slagingspercentage 52,4%. Ter vergelijking: in de stand van zaken per november bedroegen de slagingspercentages (berekend tot en met september 2014) 48,4% voor alle examens, 62,0% voor de PEplus-examens en 44,5% voor de initiële examens.

Dit schrijft minister Dijsselbloem aan de Tweede Kamer.

De herkansingen hebben de resultaten niet positief beïnvloed, aldus de minister.. De slagingspercentages zijn bij inititiële examens inclusief herkansingen 52,4% en exclusief herkansingen 55,2%. Bij PEplus-examens zijn deze percentages inclusief herkansingen 62% en exclusief herkansingen 60,8%. De slagingspercentages met herkansingen zijn dus iets lager dan de slagingspercentages zonder herkansingen. De minister: “de herkansingen hebben dus een minimale invloed op de slagingspercentages.”

Vaardigheden en competenties

De brancheverenigingen hebben aangegeven dat kandidaten overwegend zakken op het onderdeel ‘vaardigheden en competenties’ van een examen. Zij hebben twijfels over de kwaliteit van de vraagstelling van dit onderdeel en de naar verhouding zware weging in de beoordeling.

Dat blijkt inderdaad het geval te zijn:

De Wft-examens kent onderdelen met vragen over (i) kennis- en begrip, (ii) professioneel gedrag en (iii) vaardigheden en competenties. Op dit laatste onderdeel wordt inderdaad iets minder goed gescoord dan op de andere onderdelen zoals blijkt uit onderstaand overzicht.

Wft initieel examen: Gemiddeld behaald % van de punten:

Kennis en begrip: 70%

Professioneel gedrag: 71%

Vaardigheden en competenties: 61%

PEplusexamen: Gemiddeld behaald % van de punten:

Kennis en begrip: 76%

Professioneel gedrag: 72%

Vaardigheden en competenties: 61%

Dijsselbloem: “Het onderdeel waarop het minst wordt gescoord is tevens het onderdeel dat het meest vernieuwend is ten opzichte van de oude eind- en toetstermen. Dat maakt de iets lagere scores verklaarbaar. Op basis van deze resultaten lijkt het wenselijk dat meer opleiders (in hun lesmateriaal) en meer kandidaten (bij hun voorbereiding) extra aandacht gaan schenken aan het relatief nieuwe onderdeel ‘vaardigheden en competenties’ in de centrale examens.

In de brief van de brancheorganisaties wordt aangegeven dat een vast stramien ontbreekt voor de ontwikkeling van de opleidingen en examens. Concreet mist men beroepscompetentieprofielen, kwalificatiedossiers, een consistente competentietaal en eenduidige prestatie-indicatoren. Een flexibele inrichting van opleiding en examinering zou met de huidige toetssystematiek niet mogelijk zijn.”

De minister ziet hier een rol voor de markt “die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen en aanbieden van daarbij passende opleidingen. Dit vergt wel meer van opleidingsorganisaties dan voorheen.

De eind- en toetstermen kennen, zeker voor de nieuwe onderdelen ‘Vaardigheden en competenties’ een abstractere formulering dan de eind- en toetstermen voor kennis en begrip. Het staat daarnaast (koepels van) werkgevers en opleiders uiteraard vrij tevens (beroeps)competentieprofielen of kwalificatiedossiers op te stellen. Dat laatste gebeurt overigens al, bijvoorbeeld in opdracht van het MBO. Omdat de uitkomst daarvan ook een vorm van dienstverlening naar andere opleiders kan zijn, heeft het CDFD zich bereid verklaard daaraan een bijdrage te leveren. Dit zal waarschijnlijk leiden tot een zogenaamd servicedocument met een nadere explicitering van de eind- en toetstermen uit het Wft-bouwwerk. Het betreft een vertaalslag naar de dagelijkse praktijk.”

Andere onderwerpen

De brief behandelt ook andere onderwerpen met betrekking tot de Wft-examens, zoals:

De cesuur: die blijft gehandhaafd op minimaal 68%.

Toetsing oude kennis/vakbekwaamheid: Alleen tijdens de overgangsregeling, die loopt tot en met 31 december 2015, worden in de PEplus-examens naast vragen over PE-actualiteiten vragen gesteld gericht op de verschillen tussen het huidige en het oude vakbekwaamheidsbouwwerk. Dit verschil wordt in de vorm van praktijkcasussen getoetst. Deze casussen toetsen niet de bestaande kennis van de kandidaat, maar de wijze waarop de kandidaat met de kennis in de praktijk omgaat (de vaardigheden en competenties om te komen tot een passend advies).

Kosten: Het tarief voor de leges is bij aanvang van de centrale examinering vastgesteld op € 46. Voor 2015 is dit tarief ongewijzigd. In het laatste kwartaal van 2015 wordt het tarief-2016 vastgesteld.

De prijzen die exameninstituten rekenen voor het omwisselen van oude diploma’s en certificaten rekenen, bedragen tussen € 45 en € 70. Gemiddeld bedraagt de prijs die een exameninstituut vraagt voor een losse omwisselactie € 60.

MBO en HBO: Voor de HBO studenten ligt het totale slagingspercentage in 2014 op circa 19% en vootr MBO studenten op circa14%. Toch komt er geen apart initieel Wft examen voor MBO-ers en HBO-ers waarin niet getoetst wordt op vaardigheden en competenties. “Dit verzoek doet in mijn ogen teveel afbreuk aan de kern van het nieuwe vakbekwaamheidstelsel: het geven van passend advies aan de klant. Daarvoor acht ik vaardigheden en competenties evenzeer van belang als kennis en begrip.”

GEEN REACTIES