Bijzonder grillig verloop Wft-slagingspercentages

In september slaagde 19,4% voor de Wft-module Hypothecair krediet, 25,5% voor Inkomen en 9,1% voor Vermogen.

In een brief informeert minister Dijsselbloem de Tweede Kamer over de ervaringen met de Wft-examens. Hij constateert dat het gemiddelde slagingspercentage is opgelopen van 29,9% in juni tot 48,8% in september. Wat betreft de PEplus-examens is het slagingspercentage 62,0% en voor de initiële Wft-examens bedraagt het slagingspercentage 44,5%.

Deze gemiddelde percentages zeggen minder dan de cijfers per module. Uit de bijlage blijkt sprake van een grillig verloop bij de verschillende modules. Echt sprake van een stijgende lijn is te zien bij Basis, waarvoor in september 75,9% slaagde en bij Pensioen waar het slagingspercentage via een bestendig stijgende lijn omhoog gaat van 5,4% in juni naar 29,6% in september. Bij de overige modules zijn de verschillen in slagingspercentages per maand opvallend groot. Voor hypothecair krediet slaagde bijvoorbeeld in augustus 41,4% en in september 19,4%. Bij Inkomen viel het percentage in deze twee maanden terug van 41,2% naar 25,5%. Vermogen blijkt een lastige module. Slaagde daarvoor in februari nog 13,6%, in augustus lukte dat 7,7% en in september 9,1%.

De uitslagen van de PEPlus-examens zijn ook niet om over naar huis te schrijven. En dat geeft te denken omdat de kandidaten in de branche werkzaam zijn. In september slaagde minder dan de helft voor Hypotheken (41,9%), Inkomen (31,5%), voor Schade Particulier (42,9%) en voor Vermogen (21,8%).

In dit kader zijn de ervaringen van het Ervaringsloket van Adfiz, CFD, NVF, NVGA en OvFD van belang. De minister noemt als opvallende zaken die naar voren zijn gekomen:

  • veel kritische feedback op de wijze van toetsing van adviesvaardigheden;
  • het gevoel dat overheid erop uit is om het aantal adviseurs te verminderen;
  • onvoldoende aansluiting van de opleiding(en) bij de examens;
  • klachten over het niet beschikbaar stellen van oefenexamens door het CDFD;
  • door exameninstituten beschikbaar gestelde rekenmachines deugen soms niet, waarbij wordt verzocht om een rekenmachine in de examenapplicatie;
  • tijdnood bij bepaalde examens;
  • veel kandidaten die zakken hebben een 5.

Deze ervaringen sporen met de klachten die DUO en CDFD hebben ontvangen, meldt de minister. Hij is van mening dat “de examencijfers redelijk normaal verdeeld zijn en dat de verdeling van cijfers geen reden geeft te twijfelen aan de kwaliteit van de examens.”

Regels worden gewijzigd

Toch gaat hij de regels in het Bgfo wijzigen: “De belangrijkste daarvan is dat een grondslag is opgenomen om bij ministeriële regeling nadere regels te kunnen stellen aan examenreglementen van exameninstituten. Daarmee kan grotere uniformiteit worden bereikt ten aanzien van bijvoorbeeld het gebruik van hulpmiddelen zoals een wettenbundel of de omgang met fraude. De ministeriële regeling waarin dit verder wordt uitgewerkt, wordt momenteel vormgegeven en zal per 1 januari 2015 in werking treden. Daarnaast scherpt het CDFD momenteel haar beleid ten aanzien van accreditatie van exameninstituten aan om ook langs die weg de uniformiteit te bevorderen.”

Geen diplomaregister

Er komt geen diplomaregister: “Inmiddels is duidelijk dat een apart diplomaregister onvoldoende toegevoegde waarde heeft ten opzichte van het informatiesysteem. Een belangrijke doelstelling van een diplomaregister is dat het een centrale back-up biedt voor diplomahouders. In geval van verlies of diefstal, kunnen diplomahouders toch aantonen dat zij het desbetreffende diploma hebben behaald. Deze informatie is echter al aanwezig in het informatiesysteem dat beheerd wordt door de minister van Financiën. Bovendien kunnen diploma- en certificaathouders al een duplicaat van een diploma of certificaat aanvragen. Ik zal dan ook om onnodige kosten voor deelnemers te voorkomen afzien van het opzetten van een apart diplomaregister.”

GEEN REACTIES