Brief aan de heer Maarten Camps voorzitter van de Raad van Bestuur

Door Gepubliceerd op: 3 april 2025

Verzonden: dinsdag 10 september 2024 17:58
Aan: persvoorlichting@uwv.nl
Onderwerp: t.a.v. de heer Maarten Camps voorzitter van de Raad van Bestuur.

Zeer geachte heer Camps,

In 1983 werd mij gevraagd te spreken tijdens een symposium waarbij innovatief gedachtengoed onderwerp van discussie was.
Het verslag van die bijeenkomst is gepubliceerd in Assurantie Magazine d.d. 20 oktober 1983.

Ik citeer:

Arbeids(on)geschiktheid:
Van Ommen is van mening dat. gezien het feit dat verzekeringen voor het risico van
arbeidsongeschiktheid niet meer te betalen zijn – de premies bedragen 20 a 25% van het verzekerde inkomen –het huidige systeem voor de vaststelling van de hoogte van de uitkeringen inzake blijvende invaliditeit of blijvende arbeidsongeschiktheid moet worden afgeschaft. De uitkeringsgrondslag voor AOV-verzekeringen moet, aldus Van Ommen, na één of. twee jaar volledige uitkering (de huidige basis) worden omgezet in een grondslag waarbij de arbeidsgeschiktheid als uitgangspunt wordt genomen.

“Iemand die bijvoorbeeld 50% arbeidsongeschikt is, moet gestimuleerd worden om voor die resterende 50% een baan te vinden. Zijn bijverdiensten moeten dan niet van zijn uitkering worden ingehouden.
Vindt hij geen baan, dan ligt de oorzaak daarvan niet aan zijn arbeidsongeschiktheid maar aan de werkeloosheid.
In dat geval zou hij naast zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering ook een WW uitkering moeten krijgen”, aldus Van Ommen.

Hierdoor zullen volgens hem de schades fors teruglopen waardoor de premies voor AOV-verzekeringen kunnen worden verlaagd en daardoor betaalbaarder worden.

In 1991 was het ook de Minister van Sociale Zaken duidelijk dat dit niet zo langer door kon gaan en dus kwam hij met een plan dat moest lijden naar vervanging van de WAO door de WIA.
Het UWV zou daarvan de uitkeringsinstantie moeten zijn.

Ik heb nog een poging gedaan om een duit in het zakje te doen, zodat dit experiment niet zou hoeven te stranden.

Zie onze publicaties:
Wetsvoorstel 1991
Maar mijn adviezen werden resoluut naar het land der fabelen verwezen.
Herfst 1991 herfst 2024 33-jaren verder en niks opgelost 

40 jaren GAK en het bleef een janboel.

35 jaren UWV en het is weer een janboel.

Daarom wil ik u graag attenderen op de oplossing die ik indertijd heb voorgelegd aan Minister  De Vries:

1) Maximaal twee jaren een uitkering vanwege arbeidsongeschiktheid op basis van een taxatie door leken die bij het UWV werken.
2) de verzekerde moet zich binnen die twee jaren medisch laten keuren door een bevoegde medische specialist (en) – aangewezen door UWV.
Die moeten vervolgens bepalen of en zo ja hoe groot het percentage blijvende invaliditeit is bij die patiënt.
3) is het percentage 30 %, dan heeft de verzekerde gegarandeerd en levenslang recht op 30% van het verzekerde inkomen.
Op geïndexeerde basis!
4) Indien ten genoegen van de leken-keurmeester sprake is van een arbeidsongeschiktheid die groter is dan 30%, dan kan het UWV een aanvullende uitkering
toekennen, mits ieder jaar een herkeuring zal plaatsvinden door een arbeidsdeskundige.
5) Iemand die aanvullend inkomen uit arbeid weet te genereren, wordt niet op zijn uitkering gekort, mits hij dit ter kennis heeft gebracht
van het UWV.
6) Blijkt na een jaar tijdens de herkeuring dat een verzekerde in staat was een inkomen uit arbeid te verwerven dat gelijk is aan of groter
dan de aanvullende vergoeding, dan wordt de omvang van de vergoeding bijgeteld tot nihil of een nader te bepalen redelijker bedrag.
7) Blijkt dat een verzekerde aanvullend inkomen heeft weten te verwerven van een omvang dat de uitkering vanwege blijvende invaliditeit (30% A.M.A.)
feitelijk niet meer nodig is, dan blijft hij deze vergoeding behouden omdat dit een verworven recht is.
8) blijkt dat hij geen inkomen uit arbeid heeft weten te verwerven in het keuringsjaar, dan verliest de verzekerde zijn recht op aanvullend inkomen,
en komt hij of zij in aanmerking van een uitkering op grond van de ww.

Met andere woorden :
* iemand die een uitkering geniet op grond van blijvende invaliditeit, weet zijn hele leven zeker dat de uitkering niet minder zal worden
dan het bedrag van de toegekende geïndexeerde uitkering.
* En iemand die in aanmerking komt voor een aanvullende uitkering, weet dat hij daarop niet gekort wordt tot aan de volgende keuring,
* En iemand die zich niet tot het uiterste wil inspannen om inkomen uit arbeid te verwerven, die kan worden gekort op zijn uitkering en zal zich moeten
melden bij het loket voor de WW.

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
De zachte heelmeesters van het GAK hebben zich 40 jaren niet adequaat van hun taak gekweten.
De zachte heelmeesters van het UWV hebben zich nu 32 jaren niet adequaat van hun taak gekweten.
Dat zijn dus in totaal 82 jaren waarin de keurmeesters van uitkeringsinstanties er niet in zijn geslaagd zich adequaat van hun taak te kwijten.

Deze email schrijf ik u dus in de verwachting dat u mij zult willen uitnodigen voor een bezoek.
Ik zal u dan volgaarne een exemplaar uitreiken van de “Guides tot he Evaluation of Physical & Mental Disablement” samengesteld door
hoogleraren die kennis dragen van het bepalen van de graad van blijvende invaliditeit.
Daarbij wordt dus volstrekt geen rekening gehouden met de gevolgen daarvan voor een beroepsuitoefening.
Dat kan ook niet via een systematiek. Dat onderdeel dient voor rekening te komen van arbeidsdeskundigen.

Ik zie volgaarne uw reactie tegemoet en teken met de meeste hoogachting,

H.B. van Ommen

Hoofdredacteur van Findinet Nieuwsdienst

 

Deel dit bericht, kies uw platform!

Hans van Ommen

Hans van Ommen