Zo werkt de “verzekeraar van intermediairs”

Verzekeraars maken grote cultuurslagen, maar de belangentegenstelling tussen verzekeraars en polishouders staat nog recht overeind.

“De fundamentele tegenstelling tussen verzekeraar en polishouder maakt het voor de verzekeraars moeilijk, zo niet onmogelijk, om de belangen van de klant centraal te stellen. Zouden zij dat tot het uiterste doen, dan zetten zij hun eigen positie op het spel.” Bij het creëren van een nieuwe verzekeraar stond voor Pjotr van Tilburg en zijn mede-iniatiefnemers (voormalig Allianz-directeur Govert Trouwborst en verschillende onafhankelijke advieskantoren) daarom voorop dat de belangen van de verzekeraar en de verzekerden volledig parallel moesten lopen. “We kwamen daarbij uit bij wat ooit de oervorm van verzekeren was: een onderlinge waarborgmaatschapij op coöperatieve grondslag. Het model waar de leden zowel eigenaar zijn als verzekerde.”

Die constructie wordt nog steeds door sommige verzekeraars toegepast. “Dat is waar”, beaamt Van Tilburg, “maar we willen het vertrouwen in de sector herstellen en daarvoor is het niet genoeg dat alleen de adviseur transparant gaat werken, daarvoor moeten alle partijen in de sector transparant zijn. Daarom hebben we onze organisatievorm op cruciale punten anders ingericht, waardoor we als verzekeraar volledig transparant kunnen opereren.”

Dat vraagt om een nadere uitleg. Van Tilburg: “Anders dan bestaande onderlinge waarborgmaatschappijen hebben wij alle werkzaamheden ondergebracht in een eigen service provider, met als gevolg dat maatschappijkosten ineens variabele kosten zijn. Daardoor kan aan iedere polishouder inzichtelijk worden gemaakt welk deel van de premie wordt gebruikt voor welke uitgaven.”

De polishouders zijn samen eigenaar van de onderlinge waarborgmaatschappij. Een deel van hun premie gaat naar de service provider, een deel naar de herverzekeraar, de rest is om schades te betalen. “Daarmee zijn de polishouders de enigen die bepalen hoe hoog de winst van hun eigen verzekeraar aan het eind van het jaar is. En doordat de relatie met de service provider onder de Wft- en Bgfo-regels valt, is bij wet gegarandeerd dat de verzekeraar transparant is over haar eigen kosten.”

De adviseurs die betrokken zijn bij de oprichting van O.A.W.M. geloven dat ze hun klanten op deze manier nog beter van dienst kunnen zijn. “De nieuw opgerichte onderlinge waarborgmaatschappij richt zich primair op de betrokken adviseurs en hun relaties. De adviseurs kennen hun klanten en zijn daardoor in staat om hun risico’s onder gelijkgestemden om te slaan. Een uitgelezen manier voor mensen om hun risico’s weer in eigen hand te nemen.”

En als andere adviseurs dit ook willen voor hun relaties? Dan richten we voor die adviseurs gewoon een eigen onderlinge waarborgmaatschappij op. De service provider staat en het herverzekeringscontract ligt klaar. Het is voor adviseurs vanaf nu ongeveer een turn-key-project om een 100% transparante verzekeringsmaatschappij te beginnen voor hun eigen relaties, waarbij de winst op schade terugvloeit naar de polishouders.”

De service provider kan daarmee een buitensporig verdienmodel optuigen. “Zeker niet, want de onderlingen zijn gezamenlijk eigenaar van de service provider. Zij hebben er alle belang bij om erop toe te zien dat de service provider zo goedkoop mogelijk werkt en daardoor een zo gering mogelijk percentage van de premie afsnoept. Het is uiteindelijk de algemene ledenvergadering die de vergoeding vaststelt. Overigens doet de service provider meer dan administreren: de verschillende onderlingen bieden vooralsnog alleen een brand- en natuurverzekering voor huis en inboedel. Verzekerden die prijs stellen op een pakketpolis kunnen via de service provider ook andere verzekeringsproducten afnemen.”

Uiteraard werkt de verzekeraar niet met provisie, maar wordt de adviseur rechtstreeks door de klant betaald. Dat zal die klant graag doen, want die ervaart een gezond schaderesultaat direct op zijn rekening, omdat hij meedeelt in de jaarwinst. Die kan overigens aardig oplopen, want er wordt momenteel gesprekken gevoerd met potentiële volmachtgevers om op de andere producten winstcommissie door te geven aan de polishouders.

De financiële risico’s zijn goed doorgerekend en ook afgedekt. Oprichtingskosten worden betaald uit een achtergestelde lening van € 5.000,- die de adviseurs verstrekken aan hun eigen onderlinge waarborgmaatschappij. Maar belangrijker: O.A.W.M. heeft met Lloyds underwriter Liberty Syndicate afgestemd dat een deel van de portefeuille volledig herverzekerd moet worden, met daarnaast een stop loss dekking voor de rest van de portefeuille.

Van Tilburg tot slot: “We hebben ons plan wel duizend keer onder de loep gelegd, maar hebben geen enkele financiële prikkel gevonden die tegen het belang van de verzekerde ingaat. Integendeel: iedereen is gebaat bij lage kosten en minimale schade. En het is de winstdelende verzekerde die daar elk jaar opnieuw het meest van profiteert.”

Maar voor het allemaal zo ver is, moet een eind komen aan de discussie met DNB.

(zie ook: DNB werkt start ‘verzekeraar van intermediairs’ tegen)

GEEN REACTIES