Het bedrag aan spaargeld dat Nederlanders bij banken hebben gestald nam afgelopen maand licht af, met zo’n 800 mln euro naar bijna 390 mrd euro.
Het is voor het eerst sinds de corona-uitbraak dat het spaargeld afneemt, na een zeer forse stijging eerder dit jaar. Burgers hadden door de beperkende maatregelen minder mogelijkheden om geld uit te geven en potten het geld op. In de afgelopen maanden zwakte de groei al af, ondanks de uitbraak van de tweede golf en de lockdownmaatregelen. Nu blijkt dat in december mensen meer geld opnamen dan er gespaard werd.
Nu is december meestal een maand dat er ‘ontspaard’ wordt, ondanks dertiende maanden en andere eindejaarsuitkeringen. Behalve uitgaven voor de feestdagen wordt er traditioneel in de laatste weken van het jaar extra afgelost op de hypotheek. Dit jaar zou nog mee kunnen spelen dat mensen nog wilden profiteren van de lage overdrachtsbelasting van 2% en in de maanden oktober t/m december eigen geld meenamen in de aankoop van een (beleggings)huis of recreatiewoning. Daarnaast zijn er uiteraard ondernemers die aan het interen zijn op hun vermogen, bijvoorbeeld in de horeca en de detailhandel. Ondernemers droegen in de afgelopen tien jaar juist bij aan de stijging van het totale spaarbedrag.
Interessant is verder dat het bedrag aan rente weer flink is gedaald. Steeds meer banken rekenen een negatieve rente boven een bepaalde grens en verlagen de rente voor de bedragen daaronder naar het absolute minimum. Zo werd afgelopen maand 59 mln euro bijgeschreven, bijna de helft minder dan december 2019. In december 2014 werd er, ter vergelijking, nog 833 mln euro bijgeschreven.
