De solvabiliteit van de zorgverzekeraars is in het eerste kwartaal van dit jaar gedaald tot een zeer matige 140%, de laagste stand in minstens vijf jaar. Dat was dus nog voor de coronacrisis het zwaartepunt bereikte.
Dat blijkt uit statistieken die te vinden zijn op de website van toezichthouder DNB. Het gaat om het gemiddelde solvabiliteitspercentage van de zorgverzekeringsbranche in Nederland. Individuele verzekeraars kunnen daar dus boven of onder zitten. Deze gemiddelde vermogenspositie bedroeg in september 2019 nog 160% en is derhalve in twee kwartalen met maar liefst twintig procentpunt gedaald.
Dat belooft weinig goeds voor de rest van dit jaar. De kosten van de corona-behandelingen in de ziekenhuizen bereikten in april hun hoogtepunt en zullen dus verder gaan drukken op de solvabiliteit. Daar staat tegenover dat de reguliere zorgkosten in april veel lager waren, maar inmiddels is dit weer op z’n oude niveau. Bovendien hebben de zorgverzekeraars bepaald dat zij zorginstellingen financieel tegemoetkomen voor het mislopen van ‘reguliere omzet’ tijdens de ergste corona-maanden. Verder dreigt een tweede golf aan besmettingen.
Om financieel enigszins robuust het nieuwe jaar in te gaan, zal er weinig anders opzitten om de zorgpremie voor 2021 te verhogen. Tot nu toe vonden zorgverzekeraars speculaties in deze richting ‘voorbarig’. Komende donderdag kan over dit heikele punt meer duidelijkheid komen, wanneer Achmea de halfjaarcijfers presenteert. Achmea heeft een omvangrijke zorgpoot en zal dan ook de solvabiliteit van deze divisie per eind juni bekend maken, wat een indicatie kan zijn voor de premiestelling.
