Samenwerking aanbieder-bemiddelaar moet op nieuwe leest

Het aanbrengen van alleen aanpassingen in bestaande samenwerkingsovereenkomsten is geen begaanbare weg. Noordeloos dicteert regels aan aanbieders.

Dat tijdens een bijeenkomst met verzekeraars en serviceproviders, waar Jurjen Oosterbaan Martinius, Johan van der Schoot, Sjoerd Meijer en Coen van Ham met de aanwezigen in discussie ging.

D&O in haar nieuwsbrief:

De adviseur is primair de contactpersoon van de klant en niet het ‘verlengstuk’ van de aanbieder. Het verbod aan aanbieders om de adviseur te betalen voor de werkzaamheden die hij verricht voor de klant (provisieverbod) is een uitvloeisel van deze gedachte.

Vraag of samenwerkingsovereenkomsten nog nodig zijn

Binnen de sector leeft de vraag of, met het oog op de toekomst, er nog behoefte is aan samenwerkingsovereenkomsten. Een deel van de sector is van oordeel dat met het vervallen van de provisie er geen juridische relatie meer bestaat tussen aanbieder en adviseur.

Dit met uitzondering van de WFT-verplichtingen, zoals de vergewis- en meldplicht en het elkaar in staat stellen de wederzijdse rollen goed te kunnen vervullen. Een ander deel van de sector is echter van oordeel dat ook na ingang van het verbod op provisie, de adviseur en aanbieder vergaande verantwoordelijkheden naar elkaar houden. Hierover zullen zij dan afspraken moeten maken. Complicerende factoren zijn, dat nog veel onduidelijk is en dat er verschillende afspraken zullen zijn tussen het terrein waar wel en geen provisieverbod geldt.

De invoering van het verbod op provisie zal direct leiden tot een grote verscheidenheid aan bedieningsconcepten van het intermediair. Met als ene uiterste de adviseur die alleen adviseert en als andere uiterste de adviseur die naast advisering en bemiddeling ook uitgebreide nazorg verleent.

Welk bedieningsconcept de klant en adviseur met elkaar afspreken, kan gevolgen hebben voor de verantwoordelijkheden die de aanbieder jegens de verzekeringnemer heeft. En daarmee weer voor de hoogte van de premie. De aanbieder zal daarom over bepaalde onderdelen van het tussen klant en adviseur overeengekomen bedieningsconcept geïnformeerd moeten zijn.

Behoefte aan goede afspraken

Uit een onderzoek onder het intermediair is gebleken dat er veel onderwerpen zijn waarvan het intermediair vindt, dat deze in de nieuwe samenwerkingsovereenkomsten geregeld moeten worden. Voorbeelden hiervan zijn:

  •  Mag een aanbieder de samenwerking beëindigen en de klant verder exclusief bedienen (Argenta affaire)?
  • Hoe verloopt de communicatie tussen aanbieder, klant en bemiddelaar?
  • Welke verdeling van de zorgplicht geldt er, nadat het financiële product is afgesloten?

 

Veel intermediairs vinden vooral de bescherming van hun belangen, met name tegen een rechtstreekse benadering door de aanbieder, van groot belang.

Voorstel: Drieluik

Tijdens de bijeenkomst presenteerden Jurjen Oosterbaan Martinius van Bureau D & O en Johan van der Schoot van Context JS Consultancy een voorstel, waarbij de samenwerkingsovereenkomst wordt vervangen door drie nieuwe documenten (drieluik). In een algemeen toegankelijk visiedocument maakt de verzekeraar zijn distributiebeleid en zijn opstelling naar bemiddelaars bekend. In de bemiddelingsvoorwaarden staan de werkafspraken beschreven en worden zo nodig de individueel afwijkende afspraken opgenomen. Klanten worden precontractueel (offerte; website) en daarna via een korte polisbijlage geïnformeerd over die afspraken die hen raken. Deze documenten moeten kort en duidelijk zijn. Advocaat Sjoerd Meijer wees daarbij op het belang om niet alleen de WFT, maar ook het privaatrechtelijk kader in het oog te houden.

Inkoopvoorwaarden

Tijdens de bijeenkomst sprak onder meer Coen van Ham, voorzitter van de Noordeloos Groep (12 kantoren met een gezamenlijk premie-inkomen van ruim 425 miljoen euro). Coen van Ham gaf aan dat de Noordeloos Groep gaat werken met eigen voorwaarden, die door aanbieders moeten worden geaccepteerd, willen zij in het adviesproces worden betrokken. Daarbij gaf hij ook aan, dat de Groep gaat werken met tenders op basis van netto premies. In de visie van Coen van Ham zal binnen 5 jaar de samenwerkingsovereenkomst niet meer bestaan.

Nieuwe bijeenkomst

Gelet op de grote belangstelling voor dit onderwerp, organiseert Bureau D & O ten behoeve van aanbieders op 12 december nogmaals een bijeenkomst voor verzekeraars en serviceproviders. Daarna zal, indien hiervoor belangstelling is, ook een bijeenkomst worden georganiseerd specifiek voor het intermediair.

GEEN REACTIES