Rapport: luchtvaartmaatschappijen zijn zich meer bewust van risico’s vliegen boven oorlogsgebied

Rapport: luchtvaartmaatschappijen zijn zich meer bewust van risico’s conflictgebieden
© Pixabay

Reizen per vliegtuig is een stukje veiliger geworden. Sinds de crash van vlucht MH17 gaan luchtvaartmaatschappijen en overheden wereldwijd bewuster om met de risico’s van vliegen over conflictgebieden. Wel blijkt dat luchtvaartmaatschappijen nog steeds ieder op hun eigen manier risico’s beoordelen en bepalen wat nog aanvaardbaar is. Dat meldt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het rapport ‘Vliegen over conflictgebieden’ dat vandaag is gepubliceerd.

Op 17 juli 2014 werd de crash van vlucht MH17 veroorzaakt door de ontploffing van een 9N314M-raketkop, afgevuurd vanaf een Buk-raketsysteem vanuit het oostelijk deel van Oekraïne. Sinds deze crash is het risico van vliegen boven conflictgebied opgenomen in de internationaal geldende standaarden en aanbevolen werkwijzen van luchtvaartorganisaties als ICAO en IATA. Er zijn handboeken gepubliceerd en er is meer en vaak betere informatie beschikbaar.

Moeilijk meetbaar
Het effect van de maatregelen is – natuurlijk – moeilijk meetbaar, maar zowel luchtvaartmaatschappijen als staten gaan nu wel bewuster om met de problematiek. Partijen gaan er niet meer op voorhand van uit dat een opengesteld luchtruim boven een conflictgebied ook veilig is. Luchtvaartmaatschappijen analyseren op meer gestructureerde wijze de risico’s en onzekerheden, waarbij eerder tot een hogere inschaling van de risico’s wordt gekomen. Sommige luchtvaartmaatschappijen geven aan eerder te besluiten om niet over een bepaald gebied te vliegen als daar geen duidelijke informatie over beschikbaar is.

Delen van informatie
Ook zijn er vorderingen gemaakt met het delen van dreigingsinformatie. De Europese Commissie organiseert bijeenkomsten, ‘hoog’ geclassificeerde risicogebieden worden opgenomen in een door EASA gepubliceerd ‘Conflict Zone Information Bulletin’ en met ‘Rapid Alerts’ kan informatie over plotseling escalerende situaties snel gedeeld worden.

Speciaal loket
In Nederland is een convenant opgesteld voor de uitwisseling van dreigingsinformatie tussen de Nederlandse overheid en Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. Er is een netwerk ontstaan dat ook in het geval van acute gevallen snel informatie kan uitwisselen. Met specifieke vragen kunnen de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen terecht bij een speciaal loket van de Nederlandse inlichtingendiensten.

Geen eenduidig beeld
Veel luchtvaartmaatschappijen spannen zich dus actiever in om goede informatie te verzamelen en delen deze informatie ook meer onderling. Er zijn ook staten, zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland, die de in hun land gevestigde luchtvaartmaatschappijen van informatie en/of advies voorzien, of zelfs een verbod opleggen voor het overvliegen van een specifiek conflictgebied.

Uit het onderzoek komt echter geen eenduidig beeld naar voren van hoe de beoordeling van risico’s eruitziet en wat de uitkomsten daarvan zijn. De werkwijze, de informatiepositie, het land van herkomst en de risico’s die worden geaccepteerd, verschillen per maatschappij. Hierdoor verschilt ook het uiteindelijke besluit per luchtvaartmaatschappij – variërend van de hoogte waarop wordt gevlogen tot aan het besluit om wel of niet over een bepaald gebied te vliegen.

Onvoldoende verantwoording
Verder leggen luchtvaartmaatschappijen onvoldoende verantwoording af over de door hen gevlogen routes. De Onderzoeksraad begrijpt dat het publiceren van details over gekozen vliegroutes niet eenvoudig is, vanwege de gevoeligheid van de informatie en de complexiteit van de afwegingen. Dat laat onverlet dat luchtvaartmaatschappijen kunnen zoeken naar een manier om verantwoording af te leggen over gemaakte keuzes.

Aandachtspunten
Verder blijkt er de afgelopen jaren nog nauwelijks iets veranderd is in het luchtruimbeheer van staten die te maken hebben met een gewapend conflict op hun grondgebied. Daarnaast  hebben luchtvaartmaatschappijen behoefte aan informatie “met meer diepgang” om een goede risicobeoordeling te kunnen maken. Ook informatie over plotseling escalerende en/of nieuwe conflicten blijft een aandachtspunt. Hiervoor is de bereidheid en het vertrouwen om elkaar actief te informeren over (mogelijke) dreigingen essentieel. Dat is niet overal ter wereld vanzelfsprekend.

Bron: Onderzoekraad voor de Veiligheid

GEEN REACTIES