DNB luidt in Het Financieele Dagblad vandaag de noodklok over gebrek aan inzicht in kosten van het vermogensbeheer bij ruim een kwart van de pensioenfondsen.
De toezichthouder stelt daarbij de situatie wel heel somber voor, reageert de Pensioenfederatie. “Want wat zijn de feiten?
Twee jaar geleden heeft de Nederlandse pensioensector zelf het initiatief genomen om, op een onderling vergelijkbare manier, de kosten van onder meer het vermogensbeheer in beeld te krijgen. Een wereldwijde primeur. In september 2013 heeft de Pensioenfederatie aan de staatssecretaris van SZW gerapporteerd hoe de vlag er na twee jaar bij stond. Wat bleek? De totale kosten vermogensbeheer waren bij het merendeel van de fondsen, samen goed voor 98 procent van de pensioendeelnemers, goed in beeld.
De staatssecretaris van SZW is op grond van die rapportage onlangs tot een positief oordeel gekomen. Alle fondsen hebben nu voor het eerst ook aan DNB deze kosten moeten rapporteren, maar dan verder uitgesplitst naar beleggingscategorie. Een aantal vooral kleinere fondsen kon die uitsplitsing nu nog niet volledig geven.
Want, zoals DNB ook zelf vergoelijkend aangeeft, juist die kleinere fondsen kunnen grote internationale vermogensbeheerders minder effectief en snel ertoe brengen om hen volledig en uitgesplitst kosteninzicht te geven.
Laat helder zijn: de fondsen die nu nog niet volledig uitgesplitst hun kosten hebben gerapporteerd zullen een extra inspanning moeten verrichten. Maar de bestraffende toon die DNB in het FD nu aanslaat naar aanleiding van de eerste (!) keer dat de pensioenfondsen hun kosten hebben gerapporteerd, doet onvoldoende recht aan alle resultaten die de pensioensector op het gebied van kostentransparantie de afgelopen jaren heeft bereikt.”