Pensioendeelnemer wordt niets wijzer van kostentransparantie

De pensioenfondsen betalen gemiddeld 0,53% aan vermogensbeheerkosten, maar de kosten per fonds lopen enorm uiteen: van 0,05% tot meer dan 1%.

DNB meldt dat de pensioenfondsen aan haar over 2012 4,5 miljard euro aan vermogensbeheerkosten hebben gerapporteerd, ofwel 0,53% van het belegde vermogen. Op zichzelf valt uit dit cijfer weinig conclusies te trekken waar een pensioendeelnemer iets mee kan. De kosten per beleggingscategorie lopen sterk uiteen en uit het bericht blijkt dat sommige fondsen niet meer dan 0,05% aan kosten kwijt zijn waar andere fondsen meer dan 1% van het belegd vermogen aan beheerkosten moeten betalen. De genoemde percentages zijn overigens exclusief transactiekosten die niet nader benoemd zijn.

DNB zal zich op het standpunt stellen dat zij geen informatie verschaft over individuele marktpartijen. Dat neemt niet weg dat een pensioendeelnemer er recht op heeft te weten welk deel van de inleg aan deze en andere kosten opgaat. Nu moeten zij het doen met de wetenschap 4 fondsen minder dan 0,05% betalen, 222 fondsen minder dan 0,5% en 56 fondsen meer dan 0,5%. Het ligt op de weg van de pensioenfondsen, via de Pensioenfederatie?, hun deelnemers verder openheid van zaken te geven.

Private equity en hedgefondsen het duurst

De beheerkosten voor aandelen zijn met 0,25% het laagst, die van private equity met 3,43% en hedgefondsen met 3,38% het hoogst.

Opvallend is dat deze laatste categorieën hoge performancekosten in rekening brengen van respectievelijk 1,32% en 1,53%.

Hedgefondsen snoepen met hun kosten bijna 50% van het rendement af, private equity bijna eenderde. DNB tekent hierbij aan: “Relatief hoge vermogensbeheerkosten hoeven niet automatisch te betekenen dat een pensioenfonds (te) duur uit is. De hoogte van de vermogensbeheerkosten zijn afhankelijk van de omvang van het pensioenfonds, de asset allocatie en de mate van actief beheer. Grote pensioenfondsen zullen over het algemeen lagere kosten af kunnen dwingen. Een grotere allocatie naar de relatief duurdere alternatieve beleggingen en een hogere mate van actief beheer in de beleggingsportefeuille zorgen juist voor relatief hogere kosten. Het is aan de fondsen een afweging te maken tussen enerzijds de gunstigere risico- en rendementskarakteristieken door vermeende diversificatievoordelen van alternatieve beleggingen en anderzijds de hogere kosten van deze beleggingen.”

De taak van de AFM is erop toe te zien dat de vermogensadviseur het kostenaspect naast het rendement en het risico van beleggingen vooraf voorlegt aan een pensioenfonds en ook achteraf inzichtelijk maakt.

GEEN REACTIES