Ook Verbond wil betere regelgeving voor aanpak stalbranden

Ook Verbond wil betere regelgeving voor aanpak stalbranden
© Pixabay

Het Verbond van Verzekeraars pleit voor betere regelgeving voor de bouw van veestallen om het aantal stalbranden te verminderen. “Dan weet iedereen al voor de bouw van een stal waar hij of zij aan toe is en niet pas achteraf, als de verzekeraar in beeld komt.” Agrariërs moeten, ook financieel, worden geholpen om deze maatregelen te kunnen doorvoeren.

Het Verbond sluit zich hiermee aan bij de conclusie van het rapport van de Toezichtsraad voor de Veiligheid over stalbranden. Volgens Timo Brinkman, beleidsadviseur bij het Verbond, is de veehouderij niet geholpen met premieverhogingen of besluiten om bepaalde ondernemingen niet te verzekeren. “Dat helpt niet om de sector brandveiliger te maken. Integendeel. Verzekeraars zetten zich daarom liever in om hun klanten, inclusief de aanwezige dieren, te helpen bij het brandveiliger maken van hun bedrijf. Door persoonlijke adviezen te geven en preventievoorwaarden op te nemen.”

Betere regelgeving moet volgens het Verbond onder meer veiligheid op het terrein van isolatie, compartimentering en perceelbebouwing vastleggen. Brinkman ziet nu vaak dat agrariërs “ten onrechte denken dat ze brandveilig ondernemen als ze voldoen aan wet- en regelgeving. Deze gaat echter uit van minimale eisen.”

Aantal omgekomen dieren gestegen
De situatie rond stalbranden is dramatisch te noemen. In de periode 2012-2020 overleden er jaarlijks gemiddeld 143.000 dieren bij een stalbrand. Ondanks diverse actieplannen (opgesteld door de agrarische sector verenigd in LTO Nederland, de Dierenbescherming, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding, het Verbond en de Rijksoverheid) is het aantal omgekomen dieren gestegen.

Mogelijkheden om stalbranden te voorkomen worden onvoldoende benut. Acties die wel zijn afgesproken, zijn nog niet uitgevoerd. De keuze van voorgenomen maatregelen is bovendien sterk bedrijfseconomisch bepaald: vooral goedkope maatregelen op het gebied van bewustwording e.d. worden uitgevoerd. En maatregelen die wel effect sorteren – zoals wijzigingen in het Bouwbesluit in 2014 – gelden alleen voor nieuwe stallen en niet voor bestaande. Daarbij komt dat technische innovaties in de stallen, zoals elektrificatie van veestallen en robotisering, het risico op brand juist weer vergroten.

Registratie onvolledig
Ander probleem is dat van bijna de helft van de branden de oorzaak niet bekend is. Werkzaamheden lijken de belangrijkste oorzaak. Veel dieren komen om door defecte apparaten en kortsluiting. Het brandveiligheidsbewustzijn bij de bedrijfsvoering en uitvoering van werkzaamheden in stallen kan duidelijk worden verbeterd, aldus de Toezichtsraad. Ook de registratie van stalbranden is nog onvolledig. Veel basisgegevens over stallen zoals stalgrootte, brandcompartimenten en aantallen dieren per brandcompartiment zijn niet beschikbaar of worden niet gebruikt.

Verbeterslag
Het Verbond haast zich dan ook om aan te kondigen dat het samen met Brandweer Nederland en Stichting Salvage werkt aan een betere registratie van stalbranden, zodat niet alleen aantallen worden bijgehouden, maar ook de oorzaken beter in kaart kunnen worden gebracht. Brinkman meldt dat het Verbond in het afgelopen jaar een dashboard heeft gemaakt, waarin de data van Brandweer Nederland, Stichting Salvage én bijna alle brandverzekeraars wordt gecombineerd. “Hiermee willen we de komende jaren een flinke verbeterslag maken. Aan de andere kant moeten we ook constateren dat we nooit alle oorzaken zullen weten. Zo zijn er veel branden die eindigen in een vuurzee, bijvoorbeeld door brandbare isolatie. Dan blijft er te weinig of niks over om gedegen onderzoek op uit te voeren. Helaas!”

Een groot nadeel bij de aanpak van stalbranden is dat vanaf het begin de partijen hebben gekozen voor een overlegmodel, waarbinnen ze samenwerken op basis van vrijwilligheid, zonder doorzettingsmacht ten opzichte van elkaar en hun achterban, constateert de Raad. “Er is geen consensus over wat een acceptabel risico is en er zijn geen duidelijke afspraken gemaakt over wat precies wanneer moet worden bereikt.”

Aanbeveling voor ministerie LNV
Nu marktpartijen er niet uitkomen, zou de overheid het voortouw moeten nemen. Tot nu toe echter hebben in de politieke besluitvorming over eventuele aanvullende regelgeving de kosten voor veehouders en de veehouderijsector als geheel de doorslag gegeven. De ministeries van BZK en LNV hebben in interviews met de Onderzoeksraad aangegeven dat zij tot op heden geen reden zien om aanvullende regels te stellen om de stalbrandveiligheid te verbeteren. De Onderzoeksraad doet daarom nadrukkelijk aan de minister van LNV de aanbeveling om het voortouw te nemen bij het substantieel en structureel verminderen van het aantal dieren dat overlijdt als gevolg van stalbranden.

GEEN REACTIES