Uitkeringen bij vuurwerkongevallen verschillen aanzienlijk. Het maximaal verzekerde bedrag bij volledige, blijvende invaliditeit ten gevolge van vuurwerk loopt uiteen van EUR 10.000 tot EUR 500.000. Als een verzekerde niet geheel maar deels invalide raakt, wordt er afhankelijk van het getroffen lichaamsdeel en de ernst van de schade een percentage van dat maximum uitgekeerd. Ook die vergoedingspercentages verschillen fors van verzekeraar tot verzekeraar.
Alle overheidscampagnes ten spijt zijn er elk jaar rond de jaarwisseling toch weer slachtoffers van vuurwerk. Letsel aan ogen en vingers komen hierbij het vaakst voor. MoneyView voerde een marktverkenning uit, waarbij 25 gezinsongevallenverzekeringen met elkaar zijn vergeleken. Het onderzoek toont verschillen aan in de maximale vergoedingspercentages als het gaat om typisch vuurwerkletsel zoals oogletsel en letsel aan vingers.
Raakt iemand bijvoorbeeld blind aan één oog, dan wordt door de meerderheid van de onderzochte producten maximaal 30% van het verzekerd bedrag voor blijvende invaliditeit vergoed. Slechts twee gezinsongevallenverzekeringen vergoeden maximaal 50%. Maximaal, want iemand die met dat ene oog de helft van het gezichtsvermogen kwijtraakt, krijgt ook de helft van het in de voorwaarden opgenomen percentage.
Ook bij het verlies van vingers door vuurwerk zijn er grote verschillen. Bij een pink wordt er tussen 5% en 12% van het verzekerde bedrag uitgekeerd. Als het gaat om een duim is er meer overeenstemming; alle verzekeraars vergoeden voor het volledige (functie)verlies van een duim 25% van het verzekerd bedrag. Vrijwel alle aanbieders hebben ook een maximale vergoeding als de verzekerde volledig (functie)verlies heeft van alle vingers. De vergoedingspercentages voor verlies van alle vingers lopen uiteen van 55% tot 70% van het maximum. Opvallend genoeg is dat in alle onderzochte polissen lager dan de som van de uitkeringspercentages van elke vinger op zich.
Onderzoeksraad voor Veiligheid
De Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde onlangs in een kritisch rapport dat de risico’s tijdens de viering van oud en nieuw onaanvaardbaar groot zijn. Tijdens de jaarwisseling eindigen bijna 500 mensen op de spoedeisende hulp, raken 200 ogen beschadigd en valt gemiddeld één dode per jaar.
Vorig jaar was ongeveer een derde van de slachtoffers jonger dan twintig jaar. In 2015-2016 was dit zelfs meer dan de helft. Bij een aantal gezinsongevallenverzekeringen is de leeftijd van belang en is het verzekerde bedrag bij een kind tot een bepaalde leeftijd lager dan bij volwassenen. Iets wat juist bij vuurwerk een grote rol kan spelen, omdat vuurwerkletsel relatief veel voorkomt bij kinderen.
Letsel door vuurwerk is overigens lang niet altijd veroorzaakt door eigen schuld. Een groot deel van de vuurwerkslachtoffers heeft het vuurwerk niet zelf afgestoken, maar is toeschouwer. Bovendien is in de meeste gevallen gewoon sprake van legaal vuurwerk.
Bron: Moneyview
