De huidige schenkingsvrijstelling heeft een opdrijvend effect op de huizenprijzen. Kopers zonder vermogende ouders moeten daardoor meer lenen.
Dat betogen Christian Lennartz en Nic Vrieselaar, die als econoom werkzaam zijn bij RaboResearch, deze week in het Financieele Dagblad. Aanvankelijk werd de schenkingsvrijstelling vooral gebruikt voor het aflossen van de (aflossingsvrije) hypotheek om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat het huis niet meer ‘onder water’ zou staan. Maar tegenwoordig is het bedrag dat stellen van hun ouders krijgen, vooral bedoeld om een huis te kopen, aldus de Rabo-onderzoekers.
Prijsverhogend
Vooral in regio’s waar de vraag naar huizen hoger is dan het aanbod kan de schenkingsvrijstelling daardoor een fors prijsverhogend effect hebben. Kopers zonder rijke ouders die wel serieuze interesse hebben in een dergelijk huis, zijn daardoor gedwongen meer te lenen. Lennartz en Vrieselaar vinden dit een ‘paradoxaal effect’ omdat de schenkingsvrijstelling in principe beoogt om de hypotheekschuld naar beneden te krijgen.
Leeftijdsbeperking
Dat dit effect nu optreedt, komt onder meer omdat de leeftijdsbeperking op de schenkingsvrijstelling weer is ingevoerd, stellen de onderzoekers. Tot vorig jaar was de bovengrens van 40 jaar losgelaten, waardoor ook oudere huizenbezitters van de schenking gebruik konden maken en dit vooral voor aflossen gebruikten. Nu de bovengrens weer 40 jaar is, is het een logisch gevolg dat de schenking terecht komt bij stellen die hun eerste stappen zetten op de kopersmarkt.
Loslaten
Om het ongewenste effect van de prijsopdrijving tegen te gaan, pleiten Vrieselaar en Lennartz ervoor om de leeftijdsbeperking los te laten. ‘Oudere huishoudens met aflossingsvrije hypotheken hebben dan ook baat bij de vrijstelling. En verbindt aan de schenking de voorwaarde dat ze enkel belastingvrij zijn wanneer ze worden gebruikt om het huis te verbouwen of om af te lossen op de hypotheek.’
