Obvion luistert naar wensen van adviseurs

Met een verbeterde dienstverlening naar het intermediair wil hypotheekverstrekker Obivon het verloren marktaandeel weer terug winnen.

In het eerste halfjaar van 2018 daalde het marktaandeel van Obvion aanzienlijk, van 4% naar 2,7%. Dit lijkt mede veroorzaakt te zijn door gebrekkige samenwerking met hypotheekadviseurs, het kanaal dat Obvion hoofdzakelijk gebruikt. Adviseurs klaagden over trage, stroperige procedures waarbij aanvraagdossiers onnodig vaak heen en weer gingen.

Eerder dit jaar kondigde Obvion al aan dat het hypotheekaanvraagproces wordt aangepast. Nu neemt de Rabo-dochter al voor het uitbrengen van een renteaanbod contact op met de adviseur over de situatie van de klant en ontvangt de adviseur al de benodigde documenten. Daardoor wordt het aanvraagproces volgens Obivon efficiënter en hoeft het hypotheekdossier minder vaak heen en weer te worden gestuurd. Daarnaast zijn processen gestandaardiseerd, acceptatiecriteria verduidelijkt en producten verbeterd in het afgelopen jaar.

Looptijd maximaal 15 jaar
Deze verbeteringen spitst Obvion vooral toe op doorstromers en oversluiters met een rentevaste looptijd van maximaal 15 jaar, zo maakte de hypotheekverstrekker gisteren bekend. Hoewel Obvion naar eigen zeggen ook interessant wil zijn voor starters en langere rentevaste periodes (bijvoorbeeld door automatische renteaanpassing), lijkt Obvion met deze aanscherping van de strategie de laatste groep over te laten aan verzekeraars en pensioenfondsen. Dit hangt naar verwachting samen met het feit dat moedermaatschappij Rabobank het renterisico voor hypotheken met de looptijd van 20 of 30 jaar te groot vindt.

Carlo van Kemenade, CEO van Obvion, stelt verder dat zowel Obvion als de hypotheekadviseur een rol spelen bij de zorgplicht richting de klant. Voor de adviseur ligt in dit verband de nadruk op onafhankelijk advies. Obvion zelf gaat klanten gedurende de looptijd van een hypotheek meer informeren over de risico’s en mogelijkheden voor hun hypotheek, zo gaf COO Gitte van Haaren eerder dit jaar in een interview aan.

GEEN REACTIES