Maximale hypotheek verandert nauwelijks in 2022

maximale leennorm hypotheken verandert niet veel in 2022

In een brief aan de Tweede Kamer laat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties weten dat de maximale leenruimte voor hypothecair krediet in 2022 niet sterk verandert. Inkomens tot € 50.000 zullen zonder inkomensstijging iets meer kunnen lenen terwijl bij inkomens boven dat bedrag het maximaal te lenen bedrag iets afneemt. Uitgaande van een gemiddelde bruto loonstijging van 2,2%, zoals het Centraal Planbureau verwacht, zal de maximale hypotheek voor alle inkomensgroepen licht toenemen. Voor de leennormen van 2022 zullen geen wijzigingen in de leennormensystematiek doorgevoerd worden, zoals het Nibud ook adviseert.

Leencapaciteit in 2022

Om te leencapaciteit vast te stellen, laat het kabinet elk jaar door het Nibud doorrekenen hoe wijzigingen in de leennormensystematiek en de verwachte loonontwikkeling doorwerken in de leencapaciteit van huishoudens. Ollongren: “Het Nibud adviseert het kabinet ieder jaar over de leennormen waarbij betaalbaarheid, hanteerbaarheid en robuustheid centraal staan. Ik hecht aan het onafhankelijk advies van het Nibud, waarin het de geadviseerde maximale financieringsruimte en de daarvan afgeleide maximale hypotheek baseert op de daadwerkelijke financiële ruimte van huishoudens om de langdurige financiële verplichting ten aanzien van de hypotheek te dragen.”

Als er geen rekening gehouden wordt met een stijging van de lonen, zullen de meeste mensen met een inkomen tot ongeveer € 50.000 iets meer kunnen lenen. Voor hogere inkomens geldt dat hoe hoger het inkomen is, hoe meer het maximale leenbedrag omlaag gaat. Bij een inkomen van rond € 110.000 neemt de leencapaciteit met € 10.000 af. De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de prijsstijging van de overige uitgavenposten, waardoor huishoudens bij een gelijkblijvend inkomen iets minder geld overhouden voor de hypotheeklasten.

Wordt de verwachte inkomensstijging van 2,2% wel meegerekend, dan kunnen alle inkomensgroepen iets meer lenen. Voor de meeste mensen ligt het extra bedrag rond of iets boven € 5.000.

Wegingsfactor studieschulden

Het Nibud heeft ook doorgerekend wat het effect is van het verlagen van de wegingsfactor voor studieschulden op de leencapaciteit. Ollongren: “De motie van het lid Jansen (FvD) roept de regering op de effecten van een verdere verlaging van de wegingsfactor voor studieschulden op de leencapaciteit van huishoudens met een studieschuld te onderzoeken. […] In de motie wordt verwezen naar de eerdere verlaging van de wegingsfactor voor studieschulden, die per 1 januari 2021 is doorgevoerd. Deze wijziging is doorgevoerd, omdat de rente die het Nibud veronderstelde voor studieschulden in de berekening van de wegingsfactor niet langer aansloot op de actuele rente voor studieschulden.”

De wegingsfactor bedraagt op dit moment 0,35%. Een verlaging naar 0,25% geeft mensen met een studieschuld van € 10.000 een extra ruimte voor de hypotheek van € 3.000. Bij een studieschuld van € 25.000 gaat dit omhoog naar € 7.000 tot € 8.000. De gemiddelde studieschuld per oud-student die nog niets heeft afgelost bedroeg in 2021 € 17.000.

“Het Nibud adviseerde over te stappen op een systematiek waarbij kredietverstrekkers de wegingsfactor kunnen afleiden op grond van de actuele rentestand voor studieschulden. Zodoende kan de wegingsfactor automatisch veranderen bij een verhoging of verlaging van de rente op studieschulden. Dit advies heeft het kabinet overgenomen. Aanpassing van de systematiek heeft geleid tot een lagere wegingsfactor, waardoor de maximale leencapaciteit voor mensen met een studieschuld verantwoord is toegenomen. Op dit moment wordt gelet op de rente op studieleningen de laagste door het Nibud verantwoord geachte wegingsfactor toegepast. Ik volg hierin het advies van het Nibud. Een nieuwe verlaging van de wegingsfactor vind ik onverantwoord omdat oud-studenten daarmee een groter risico lopen op financiële problemen”, aldus Ollongren.

Bron: kamerstukken – brieven regering

GEEN REACTIES