Jonge senioren zijn vaker arm

Jonge senioren zijn vaker arm
© Pixabay

Sparen voor de oude dag is ondoenlijk voor een groeiende groep financieel kwetsbare jonge senioren. Onderzoek van Regioplan laat zien dat ‘jonge ouderen’ relatief vaak in financiële problemen verkeren en financieel ongezond de AOW ingaan. Fiscale regels vergroten het probleem alleen maar.

Armoede komt relatief vaak voor in de leeftijdsgroep 55-65 jaar. Hoewel huishoudens van deze groep in aantal slechts een kleine 19% uitmaken van het totaal aantal huishoudens, is van het aantal huishoudens met een laag inkomen wel ruim 27% jonge senior. Hun aantal steeg in de periode 2015-2019 bovendien van 9,4% naar 10,3%. Zo’n 147.000 huishoudens in de leeftijdscategorie 55-65 moeten rondkomen van €1090 netto per maand voor een alleenstaande en €1530 voor een paar zonder kinderen (bedragen over 2019). De meesten van hen (bijna 82.000) zitten al jaren in deze situatie.

De cijfers komen uit een data-analyse, die onderzoeksbureau Regioplan uitvoerde in opdracht van seniorenorganisaties KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, ANBO, FASv en NOOM.

Uit het onderzoek blijkt verder dat bijna een kwart (ca. 24%) van de jonge senioren een uitkering heeft. De ouderenorganisaties vinden dit fors. Jonge senioren met een ongunstige inkomenspositie en/of met schuldenproblematiek zijn relatief vaak laagopgeleid, alleenstaand, kampen vaker met gezondheidsproblemen en hebben relatief vaak een niet-westerse migratieachtergrond. Vrouwen ontvangen vaker dan mannen langdurig een bijstandsuitkering (vooral alleenstaande moeders met meerderjarige kinderen). Mannen hebben daarentegen vaker problematische schulden.

Fiscale maatregelen
De diverse financiële kwetsbaarheden grijpen op elkaar in. Jonge senioren met een ongunstige inkomenspositie hebben minder kans om vermogen op te bouwen, hebben vaker een huurwoning en vaak (te) weinig financiële buffers. Bijkomend probleem is dat de afgelopen jaren de doorwerking van fiscale maatregelen heeft geleid tot lagere uitkeringen (zoals de AIO, IOAW, IOAZ en de Anw) en dit zal de komende jaren niet minder worden. Op die manier zal het aantal mensen dat in de armoede terechtkomt alleen maar stijgen.

Daarnaast is als gevolg van de zogenaamde kostendelersnorm de toepasselijke bijstandsnorm per kostendeler lager naarmate er meer personen in de woning wonen. Dit kan belemmerend werken voor onder andere het verlenen van mantelzorg door bijstandsgerechtigde jonge senioren.

Deels arbeidsongeschikten
Andere groep waarover zorgen zijn, is die van de deels arbeidsongeschikten die een baan zoeken. De zogeheten 35-minners – die voor minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn – hebben geen recht op een uitkering. Meer dan de helft van deze groep is 45 jaar of ouder. De kans dat zij aan het werk komen, is onevenredig klein. Daarmee zijn ze extra financieel kwetsbaar.

De ouderenorganisaties roepen op om te voorkomen dat een steeds grotere groep jonge senioren in de armoede terechtkomt. “Als zij al vanuit een kwetsbare positie de AOW ingaan, is het moeilijk een buffer op te bouwen om financiële klappen op te vangen. Daarnaast hebben financiële kwetsbaarheid en armoede grote impact op de gezondheid van mensen en hun mogelijkheden om aan de samenleving deel te nemen. Op termijn leidt niets doen aan toenemende financiële kwetsbaarheid alleen maar tot hogere kosten voor de samenleving als geheel.”

De organisaties pleiten voor maatregelen die ervoor zorgen dat de groep kwetsbare jonge senioren financieel wordt ontzien en wordt gesteund bij het vinden van betaald werk. Het huidige, demissionaire, kabinet zou nu al moeten afzien van (en compensatie bieden voor) maatregelen die de uitkeringshoogte voor jonge senioren aantasten, de drempel moeten verlagen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 35% naar 15% arbeidsongeschiktheid en de kostendelersnorm moeten afschaffen.

GEEN REACTIES